239 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

239 Things

Wachtkamer in een Braziliaans ziekenhuis.
zilveren ex-voto’s, collectie, MRK Uden
Wachtkamer in een Braziliaans ziekenhuis.

Het lijken relicten van een bijgeloof uit een ver verleden: de armen en benen, handen en voeten van was, hoog opgetrokken, bungelend aan het plafond van een kapel bij een Braziliaans ziekenhuis. Het zijn de gunstige tekenen, de stoffelijke bewijzen van een herstel, want alleen als een patiënt geneest moet deze zijn dank betonen, zijn gelofte inlossen bij de aangeroepen heilige en hem of haar een ex-voto (latijn: krachtens een gelofte) nalaten. Genezen door artsen en dankzij voorspraak van een heilige of Maria: een relatie die wij niet meer leggen, maar in Latijns Amerika en Zuid Europa nog heel gewoon is.

De ex-voto cultuur is even oud als divers. Het aanroepen van heiligen en goden voor gezondheid en vruchtbaarheid kent een eeuwenlange traditie. Zo zijn in de nabijheid van Etruskische tempels kuilen met wijgeschenken aangetroffen, met voeten, fallussen, borsten en ogen. In katholieke landen is deze traditie gehandhaafd, zij het dat het materiaal en de vormen van de ex-voto’s gevarieerder zijn geworden. De meest eenvoudige ex-voto’s zijn gemaakt van verzilverd latoenkoper, de meer kostbare van zilver. Het meest aantrekkelijk zijn de geschilderde varianten waarin een ziekte of een ongeval is weergegeven. Een man die van een dak valt, een ruiter die uit zijn zadel wordt gewipt, een vrouw die door een bliksem wordt getroffen. Met in de wolken (de hemel) Maria of een heilige door wie het uiteindelijk goed is gekomen.

Ex-voto en Memorieschildering Tijdens een epidemie in een Beiers dorp kwamen uit een familie drie gezinsleden om het leven (met rood kruisje in hand), de overige overleefden het. De gelofte na de redding is ditmaal gericht op het leven hier op aarde en op

Het zijn vooral deze schilderijtjes, voorbeelden soms van prachtige volkskunst, die de belangstelling voor het fenomeen ex-voto heeft aangewakkerd. Erik van Zuylen wijdde er een documentaire aan, De wonderschilders (2000), die de verhalen vertelt die achter de ex voto's schuilen. Het meest interessante naslagwerk is nog altijd Ex voto. Zeichen, Bild und Abbild im christlichen Votivbrauchtum van Lenz Kriss-Rettenbeck uit 1972.

Meerveldhoven bij Eindhoven, foto: J. Bijnen

In Nederland heeft het calvinisme, met zijn aversie tegen bijgeloof en volksgeloof, de bloei van de ex-voto cultuur parten gespeeld. De ex-voto in ons land is dan ook overwegend van bescheiden omvang, van (latoen-)zilver of was, en verbonden met een Maria- of heiligencultus. Het is vaak de cultus en niet de votiefgave die de aandacht op zich eist, zoals in Meerveldhoven bij Eindhoven, waar de ex-voto’s vastgebonden zijn aan de takken van een Maria-eik in de kerk.

Catedral de la Almundena. Dat was de kerk waar ik voor het eerst ex voto tegen kwam, maar ik wist niet wat ik zag. Ik keek gefascineerd naar een muur waaraan tientallen beige gekleurde vormen hingen. Vormen van paraffine die zo uit een menselijk lichaam leken te zijn gemodelleerd. Ik herkende ogen, een lever, hart, ledematen, borsten. Ik nam een paar foto’s.

Later, bij het terugzien van de foto’s realiseerde ik me dat ik niet eerder zo’n een bijzonder verbeelding had gezien van blind geloof. Geloof in een hogere macht die kan beschermen, genezen en die je ook kan bedanken. Tenminste, wanneer je als trouw gelovige zo’n object mocht ophangen aan die grote muur in de kerk.

Ex voto uit Italië, gekocht in Venetië

Ex voto betekend letterlijk: uit wijding geschonken. Dat leerde ik van de conservator van het Catharijneconvent in Utrecht, die ik, na terugkomst in Nederland, vroeg wat ik daar in Spanje had gezien. Ex voto’s zijn vaak kleine voorwerpjes, soms gegoten, soms schilderijen of tekeningen, soms foto’s. Maar eigenlijk kan het van alles zijn, zolang het maar wordt opgehangen met een groot vertrouwen in iets of iemand die, van boven, met mededogen op je neerkijkt.

In vroeger tijden konden de allerrijksten een kaars aan de kerk schenken, zo zwaar als hun eigen lichaamsgewicht. Zolang die kaars brandde, was hun bestaan verzekerd.

Jaren later heb ik met een vriend een tocht door Midden-Europa gemaakt, op zoek naar ex voto’s. We kwamen bij kapelletjes, waar misschien wel honderden houten benen waren opgestapeld, allemaal neergelegd door dankbare gelovigen bij wie misschien een been weer was aangegroeid of anderszins weer kon lopen.

Ongeloof mooi en naïef geschilderde afbeeldingen, waarop was afgebeeld hoe een dierbare gered werd uit een brand, of een ernstige ziekte had overleefd. Met vaak in de bovenhoek van het schilderij een heilige, die het tafereel onder hem liefhebbend gadeslaat.

kunstwerk op basis van ex voto's bij de rechtbank in Groningen
Deze reis heeft geleid tot een kunstwerk, in het gerechtsgebouw in Groningen. Een plek waar de wereldlijke macht zegeviert, maar waar de waarheid nog steeds wordt gestaafd door te zweren met de hand op de bijbel. Je weet maar nooit. Een plek waar de lucht in de bezoekersruimte bezwangerd is met gevoelens rechtvaardigheid, protectie of genade. Waar elk voorwerp mogelijk als bewijslast dient, precies het tegenovergestelde van geloof, die het juist zonder bewijsmateriaal wil stellen.

Gaandeweg zag ik overal ex voto’s, soms behoeftig zoals: briefjes met smeekbedes in een kerk in Cuba en in een bedevaartsoord in Wallonië. Maar vaak ook uit dankbaarheid opgehangen, zoals een lange rij motorhelmen of een altaar foto’s van auto-ongelukken in een kerk in Padua. Of foto’s van vissers in een klein kapelletje aan de Vlaamse kust.

Ook in Nederland, met haar ongedurige godsdienstoorlogen, kent een aantal plekken waar ex voto’s hangen. Natuurlijk in de grote St. Janskerk in Den Bosch, waar vele kleine metalen plaatjes hangen, maar ook in de St. Bavokerk in Haarlem. Enkele bijzondere, zorgvuldige gemaakte scheepjes hangen stil, nee, ze dríjven stil onder het grote gewelf. Een toonbeeld van vertrouwen in de hogere macht, die zal zorgen voor behouden thuiskomst van de vissersboten.

We kennen het allemaal, het zoeken naar bescherming, of iets of iemand willen bedanken. Allemaal hopen we op het bestaan van een hogere macht, iets of iemand die ons ziet. Misschien heeft ieder van ons wel een eigen, prive ex voto, opgeborgen in een eigen, gewijde plek. En dat het niet meer uitmaakt wie je beschermt of wie je bedankt. Als het voorwerpje er maar is, en jij maar weet dát het er is.

Diverse ex voto's, o.a. ex voto's van was uit Fatima, Portugal

Op het randje van een nieuwe eeuw waarin ‘minder is meer’ een bio-politieke connotatie kent, zullen verschuivingen in paradigma’s drastisch de grenzen en beperkingen van sociale, economische en medialandschappen veranderen waardoor redevoering over de mogelijkheden en verantwoordelijkheden van betrokken ontwerpers buitengewoon belangrijk is geworden. Het is duidelijk dat het design-problematiek van de toekomst een integrale en verantwoordelijke benadering vraagt. Niet langer kan de rol van de ontwerper ophouden bij het voldoen aan de regels die zijn opgesteld over functionaliteit en esthetiek. Alhoewel de impact van de nieuwste, snel evoluerende ontwikkelingen in media-gebruik nog niet in volle precisie gemeten kan worden, is er wel een punt bereikt waar het beste van zowel het sociale en mobiele wordt gecombineerd, wat het mogelijk maakt voor iedereen om te opereren op een globale schaal, door middel van de comfortabele omgeving die onze persoonlijke telefoon biedt. Nieuwe applicaties worden iedere dag op de markt gebracht en daarnaast worden nieuwe gebruiksfuncties ontdekt door gebruikers.Iedereen is een nu fotograaf, een videokunstenaar/journalist, redacteur, nieuws/content-caster en een grafisch ontwerper geworden.

De professionele ontwerper (of ontwerp instructeur) heeft twee opties tijdens deze media-lawine. De eerste is om zich bij de massa aan te sluiten, maar wel een voordeel te behouden. Dit betekent dat de betrokkenheid in het nieuwe medialandschap min of meer hetzelfde is als de grote groep deelnemers, maar het getrainde oog van de professional zal de sterkte- en zwaktepunten sneller waarnemen dan de massa en kan daarom een leidende rol spelen binnen deze gemeenschap. Dit persoon zal zich snel aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen en kan winnen aan dynamiek door zich op het voorste punt van de golf te bevinden. Autoriteit wordt gegenereerd door kennis van de actualiteit, wat daarom zorgvuldig moet worden gehandhaafd. Wij noemen hem/haar de Herder.

De tweede rol die de professional kan overwegen is die van de buitenstaander. Stevig staande in de storm, vasthoudend aan zijn geloof in concepten en originaliteit. Deze is veel meer theoretisch gebaseerd en kiest soorten van media die passend lijken voor het proces. De buitenstaander houdt vast aan gedateerde systemen en analoge technieken als dat nodig is. Beweert dat er altijd een markt zal bestaan voor kwaliteit (en heeft daar vast gelijk in), maar mist de connectie met het publiek op grote schaal. Zal erg kritisch zijn ten opzicht van de revolutie, maar verzet zich theoretisch gezien niet tegen de ontwikkeling van nieuwe mediasystemen. We noemen dit type de Wolf.

Let op dat beiden types het begrip van het objectieve media-ontwerp hebben verlaten. Ontwerpen zonder duidelijk en wel geprofileerde visie over dringende mondiale zaken is een gewelddadige en destructieve daad. Zien of niet zien is een politieke zaak.

Frank Lloyd Wright bouwde het Robie House in een tijdperk waar internet niet bestond en reizen nog een heus avontuur was. Nadat het huis bewoond was, kwam Frank Lloyd, zoals een gids mij vertelde tijdens een excursie door de woning, nog regelmatig langs om te kijken of het meubilair niet verschoven was. Hij had het huis ontworpen, inclusief meubilair, vanuit zijn idealistische visie hoe hier optimaal moet worden geleefd. Woon je nog of leef je al, de IKEA-slogan, zou hier wel eens haar oorsprong kunnen vinden. Afgezet tegen de maatschappelijke verhoudingen in die tijd en de kennis die beschikbaar was toonde hij een zeer sterke betrokkenheid, je zou zelfs kunnen beargumenteren een nogal dictatoriale betrokkenheid, die verder ging dan de verantwoording van het ontwerp van een huis. F.L. ontwikkelde een totaalconcept en nam een deel van de verantwoording van het leven van de bewoners over, binnenshuis was hij als het ware de regiseur van hun leven. De status van zijn beroep gaf hem het aanzien om zich zo ver in de privésfeer te bemoeien.

Honderd jaar verder is het Robie House een museum en is de status van de architect ineengeschrompeld tot een consument van projecten. Projecten die weinig meer behelzen dan het vormgeven van door banken, verzekeringsmaatschappijen en projektontwikkelaars beheerste geldstromen. Het kapitalisme onderging in deze honderd jaar een gedaanteverandering die zich weerspiegelt in het architectuurberoep. Het moderne sociaal kapitalisme is in de laatste decennia van de vorige eeuw ingeruild voor een roofkapitalisme dat zich in de huidige globalisering doorontwikkelt in een bruut aflaat-kapitalisme. McDonalds recyclet, Shell doet aan schone energie en de Rabobank is duurzaam? Globale problemen als de klimaatverandering worden op papier met technologische hoogstandjes het hoofd te geboden. Als we de energienetwerken over de wereld met elkaar koppelen, windturbines in de noordzee verknopen met zonnecellen in de sahara, hebben we altijd stroom uit zon, wind en water, of, als we de varkens stapelen in flatgebouwen, kunnen ze vrij rondscharrelen.

Natuurlijk moeten deze plannen eerst bedacht, ontworpen en uitgewerkt, maar dat mag onder de huidige vervuilende condities. De betere wereld begint pas morgen.

Ook Frank Lloyd Wright had grootschalige plannen. Met ontwierp hij zijn visioen van een samenleving waar het individuele geluk op en rond het erf was vormgegeven. Technologie stond ten dienste aan een sociale samenlevingsvorm. Wat daaraan het meest fascineert is niet de technologische omzetting, dat is slechts een uitwerking van ingenieurs. Bewonderenswaardig is het engagement waarmee hij zijn ideeën in de dagelijkse praktijk toepaste. Het zelf schuiven met meubels in een al lang opgeleverd huis, stel je voor, in gedachten zie ik Frank Loyd met een schoffel langs de moestuinen in Broadacre City lopen, een strohoed op zijn hoofd, een kruiwagen voor zich uit duwend, overal kijkend of er geen onkruid tussen de aardappels groeit, of de bonenstaken wel netjes op een rij staan, of de kippen wel gelukkig scharrelen.

Wat betekent een dergelijk persoonlijke engagement vandaag? Een Rem Koolhaas die in een bootje over de Noordzee vaart om de turbines in de wind te draaien, of een Winy Maas die de varkens voert op de 27e verdieping van pig city? Deze beelden roepen toch niet eenzelfde romantisch engagement op als 100 jaar geleden. Tegenwoordig zijn alle globale misstanden in de wereld met een muisklik bekend en daarmee is elke vorm van betrokkenheid bij voorbaat onvoldoende. We zouden ook de bouwplaats op slavenarbeid of kinderarbeid moeten controleren, op arbeidsomstandigheden, de bouwmaterialen op hun productie en herkomst, de afvalstromen, de luchtkwaliteit, het voedsel, de geldstromen, etc., etc. Een onmogelijke opgave die we in de hedendaagse managersmaatschappij liever ‘outsourcen’ aan andere deskundigen. Zelfs onze verantwoordelijkheden zijn daarmee verworden tot een consumeptiegoed. Om te komen tot een nieuwe Utopie zal de architect zal zich als zelfstandig denkende mens moeten bevrijden uit de gevangenis waarin hij zichzelf als consument heeft opgesloten, stelt Henk Hofland.1

Een zelfstandig denkende architect neemt zelf verantwoordelijkheden, een zelfstandig denkende architect doet aan insourcen. Het ‘Moral Balance Sheet’, is een experiment om het ruime welvaartsbegrip binnen de architectuurpraktijk toe te passen, een experiment om de eigen verantwoordelijkheid in kaart te brengen, en te nemen. Een Ton Matton die zelf energie produceert, zelf 2e hands kleding draagt, zelf een kip slacht en zelf een boom plant. De boom is een beukje, geplant op mijn erf. Deze neemt meer CO2 op dan nodig voor het schrijven van dit artikel. Voor elke Google-zoektocht in internet wordt echter de hoeveelheid energie verbruikt die overeenkomt met 400 meter autorijden. Maar zien hoeveel hits er komen en hoe lang dat boomphje daarvoor moet groeien?

1Verschenen Nieuw Engagement in architectuur, kunst en vormgeving (NAi uitgevers 2003)

Tags: merken

1836, op het platteland van Salento in Puglia, Italië. Een boerin, die na het eten van wilde bramen in een delirium is geraakt, wordt met een bleek gezicht uitgestrekt tussen de braamstruiken gevonden. Het is dichtbij de Dolmen van Caroppo, in de buurt van Galatina. Haar handen en voeten zijn zwart. Vanuit het dorp komen direct muzikanten met tamboerijnen aangesneld. Ze verzamelen zich rond het lichaam en beginnen muziek te maken.

De vrouw, in eerste instantie in een verstarde toestand, begint schoppend en schokkend haar lichaam te bewegen op het ritme van de tamboerijn. Zij beweegt urenlang in een uitzinnige dans. Om haar heen is haar familie, die haar kleurrijke doeken laat zien. Zij kiest er één met de kleur die ze het meeste haat.

De priester, die intussen ook ter plekke is, geeft haar bidprentjes van Sint Bruno. De boerin stopt deze al dansend en ijlend in haar mond en ze kauwt erop. Ze eet ze op.

Eindelijk, na uren van waanzin, braakt ze water uit haar neus en mond richting de put. Ze krijgt weer kleur en ze komt weer bij haar verstand. Haar familie brengt haar terug naar huis, naar het dorp waar ze woont.

Waar ik vandaan kom is de bijgelovige fascinatie voor heidense rituelen verweven met de katholiek-christelijke leer. De symbolen overlappen elkaar of zijn samengevoegd; de katholieke kerk heeft de heidense rituelen ingekapseld en vertaald naar een katholieke verklaring. In dit bizarre trans-religieuze scenario, bovendien gevoed door de veranderingen van het leven op het platteland en de modernisering in Zuid-Italië, is er onder het volk een behoefte ontstaan aan spirituele transcendentie. Deze vernieuwde interesse voor trance, het vrijwillige verlies van het bewustzijn, is een reactie op het verdwijnen van de eigen rol in de gemeenschap, om dit verlies als het ware te compenseren

Ik heb me altijd afgevraagd waar de functie van de betekenis van het symbool eindigt, en ik heb gemerkt dat de betekenis wordt vastgelegd door de interpretatie die het individu er aan toekent. Het religieuze symbool blijkt dan heel sterk omdat het tegenstellingen kan bevatten. Ik denk dat een kunstwerk op eenzelfde wijze fungeert, de motor kan worden voor verschillende betekenissen. Een stille motor die de tegenstellingen in zich bergt is als een draaiend rad. Het draait en draait tot het zichzelf overstijgt, en zich overtreft. Het danst op het ritme van de kosmisch trommel, zodat de twee tegenpolen zich kunnen verzoenen op de as van de mogelijkheden.

Een vrouw, een zwerfster, herhaalt steeds dezelfde bewegingen. Ze wordt verliefd op voorwerpen, ze haat de kleuren. Ze vraagt of ze gekleed kan worden met spiegels. Ze leeft dichtbij een stortplaats en soms kun je haar een mantra horen zingen. Ze houdt ervan om zichzelf te herhalen en afwezig zijn, zichzelf te missen voor altijd. Ze woont in een grote Europese stad.

Zichzelf ertoe zetten om het bewustzijn te verliezen, de materiële status te verlaten, is een bekende techniek die gebruikt wordt in esoterische religies. Iedereen kan status van de extase bereiken, mits met de nodige opoffering. Maar zoals in Zuid-Italie en elders in Europa wordt de status van de extase een schuilplaats tegen het sociale verlies, het verlies van de eigen rol in de gemeenschap, de verlossing voor de minderheden. Het rechtvaardigt de eigen ontoereikendheid om aan een collectief en productief model te voldoen. Ophouden met acteren om een levend symbool te worden, zo mogelijk iets wat anderen willen zien.

S. Giuseppe da Copertino, en meer recentelijk Padre Pio, zijn er in een staat van gelukzaligheid, in geslaagd om te vliegen, en op twee plaatsen tegelijkertijd te verschijnen, als het elektron .... As real as double.