239 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

239 Things

De logeerkamer bevindt zich ergens in de buitengewesten van het huis. Twee trappen op en dan de deur aan je rechterkant. Die deur is meestal dicht.

De bewoners houden zich elders in huis op. Soms gaat de deur van de logeerkamer kreunend van het slot: voor een onverwachte gast. die de trein had gemist. Of wiens auto pech kreeg. De logé, met een inspannende dagreis achter de rug - ook al duurde die maar enkele uren - heeft maar één verlangen: een bed om in te slapen. Met je ogen dicht zie je toch niet waar je slaapt. Grappig, dat anachronistisch allegaartje aan lakens, deken, kussenslopen.

Wat maakt dat uitzicht op de blinde muur uit? Niks toch. Helemaal geen raam in het afgetimmerde loze hoekje onder de daken? Er staat een ventilator voor als het te warm wordt. Morgen toch weer vroeg op, meteen de deur uit.

Dorien Boland, logeerkamer, Dinxperlo,1998

Logeerkamers herbergen behalve de dankbare passant voornamelijk goede bedoelingen die gastvrijheid suggereren. Want het matras heeft een kuil en dat slaapt niet echt geweldig. Ook niet na veertien keer van de linker op de rechterzij en weer vice versa. Het metalen spiraal kraakt lijdzaam. Het ruikt onbestemd. Naar natte honden of halfvergane rubberen regenjassen. Zoiets.

De logé in bed voelt zich in bed liggen met alle mensen die ervoor in deze logeerkamer overnachtten. Lampen, meubels, muren vertonen "de sporen der jaren na een leven vol zorg en vol plicht" (om Gert Timmermans 'Eerbied voor jouw grijze haren' te parafraseren.) Hoeveel keer stootte het metalen voeteneind wel niet tegen het ooit olijke behang dat er op die plaats als een melaatse is gaan uitzien. En wie of wat heeft die merkwaardige putjes in de muur veroorzaakt? (Je Oom Bert kon vaak zo driftig zijn.) De grillige, grijze vlek op het sprei is vast van de Duitse herder, die in 1982 zo moest kotsen, voordat hij een spuitje kreeg. (Ach, wat sliep hij toch graag op de logeerkamer.)

Dorien Boland, logeerkamer, Dinxperlo, 1998

Ze weten het niet maar niet alleen de logé, ook de meubels zijn op doorreis. Dertig jaar geleden begon hun bestaan als pronkstuk in de huiskamer. Toen begon de weg terug. Ze raakten gedateerd en toen waren ze op een kwade dag rijp om op de logeerkamer geparkeerd te worden.

Noem het duurzaamheid, noem het zuinigheid. Droef blijft het in ieder geval om ze daar te zien, met een verlepte flair, in het voorgeborchte van de zolder. Daarna wacht een andere eindbestemming: als grof vuil langs de stoeprand. Want kleinkinderen, die op kamers gaan, halen hun neus op voor de spullen uit oma's logeerkamer. (Zo duur is IKEA nu ook weer niet.) De opkoper-die-alles-koopt wil ze best meenemen naar de gemeentelijke vuilstort maar alleen met geld toe.

Zover is het nog niet. De logeerkamer wacht en veroudert zienderogen, sterft uit. (Er is kamernood. Nederland is er te klein behuisd om kamers ongebruikt te laten. Het land zelf is weer klein genoeg om je in de auto tijdig weer naar je eigen bed te brengen.)

Ooit treft een slopersbal de gevel en storten muren en verdiepingen ineen. Alleen de achtermuur staat nog even. Ergens hoog boven zal fier het gebloemde behang van de logeerkamer in de wind wapperen.

logeerkamer, De Heurne, 1998