239 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

239 Things

Al onze digitale media laat sporen achter. Maar deze sporen zijn verborgen, en bestaan enkel in onzichtbare, abstracte vorm: digitale binaire codes die structuur geven aan digitale beelden, video’s, teksten, drie dimensionale objecten, en veel meer.

We laten cookies achter op onze computers, het grootste deel van onze data wordt in de cloud opgeslagen, en ook op elk apparaat dat digitaal geheugen opslaat, zoals een flash drive of harde schijf, laten wij sporen achter. Maar dit zijn onzichtbare sporen: we zien ze niet zoals ze zijn, we kunnen ze niet direct waarnemen.

Het is niet eenvoudig om de code te ontcijferen. Het is zelfs onmogelijk om de structuur zonder bemiddelaar te kunnen zien, hier is een visualisatie apparaat voor nodig. We kunnen de fysieke aanwezigheid van een chip of disk direct ervaren, maar uiteindelijk gaat het digitale imperium slechts om wat het voorstelt: de functionaliteiten, de beelden, de karakters en combinaties die samen een code vormen die vertaald worden naar een taal die wij kunnen begrijpen.

Ooit werd ik geconfronteerd met een probleem. Ik had, in oververmoeide toestand, per ongeluk al mijn foto’s uit mijn harde schijf gewist. Mijn eerste reactie was om te googlen of het mogelijk was om de gewiste data op een of andere manier te herstellen. Ik leerde dat data niet fysiek gewist wordt van de schijf, maar dat de specifieke ruimte die gebruikt werd om gegevens op te slaan opnieuw wordt ingedeeld, en vrij wordt gemaakt om te worden herschreven.

Dit betekent dat de gegevens nog bestaan, maar dat de deurtjes die naar de gebruikte ruimtes gemarkeerd zijn met een briefje waar op staat dat ze beschikbaar zijn om nieuwe data te huisvesten. Er blijkt dus soort van niemandsland te bestaan in de periode tussen de herindeling van de digitale ruimte en de periode wanneer de oude gegevens door nieuwe data wordt vervangen.

We leven in een wereld die minder direct materieel is, een gedigitaliseerde wereld, waar het lijkt alsof we geen sporen meer achterlaten. Waar we al het oude vlug vervangen, om zo de schijn van het schone en het nieuwe in stand te houden. Wanneer we iets weggooien, gooien we de spoor die het achterlaat ook weg.

Misschien moeten we opnieuw gematerialiseerd worden. Om weer enig gevoel te hebben van de dingen om ons heen die we graag voelen, aanraken, en ruiken; naast de digitale wereld waarin we onszelf graag onderdompelen. Dit zouden we niet moeten zien als een kritiek op de huidige digitale informatie- en beeldsystemen, maar meer als een essay om na te denken over de dingen die we met de blote oog kunnen zien, met de handen kunnen voelen, geopende neusvleugels ruiken, en onze eigen oren kunnen horen.

tumblr_mudn22T9dH1rqkjy0o2_1280pg

tumblr_mudn22T9dH1rqkjy0o2_1280pg

Modder, moeder aller materialen? Vunzig en onpeilbaar.
Keramisten noemen hun materiaal liefkozend/spottend modder en waarderen de manier waarop het een ding kan worden maar even zo goed weer kan verkrummelen.

‘Uit de klei getrokken’ is een intrigerend basaal kop en schotel servies. Lonny van Rijswijck, de ontwerpster gebruikte diverse soorten Nederlandse klei. Het bakproces maakten de verschillen in tint en textuur zichtbaar. Een gele vries-tint uit Limburg, Utrechts glanzend bruin, Brabo terra cotta. Die verschillen maken volgens de ontwerpster de “indrukwekkende maar ook onpretentieuze overeenkomsten tussen oorsprong en identiteit” zichtbaar.

Als artistiek concept is het uitermate geslaagd. Op functionaliteit en vormgevingskwaliteiten valt daarentegen af te dingen. Kortom: het tot servies geworden idee roept flinke discussie op. Niet in het minst door het materiaal. Klei komt voort uit modder, dat hoewel behept met een slecht imago, misschien wel de moeder aller materialen is.

Servies, Lonny van Rijswijck

Een cultuurhistorische duiding:
Voor In Items 1993/2 vroeg ik Benno Premsela, als designautoriteit naar mogelijke oorzaken voor de – toen nog - ondergeschoven situatie van Nederlandse ontwerpers. Premsela had de hoop al opgegeven. Hoe kon ons land “van verslepers van zand en modder” zich meten aan de toenmalige gidslanden Italië en Finland?

Onnodig dédain, klei komt voort uit modder, dat hoewel behept met een slecht imago, misschien wel de moeder aller materialen is.

Maar ook buiten Europa weet men raad met modder: zoals in de bogolans, kleiverfsels in Mali, waar men in leem imposante architectuur bouwt. Bij de onafhankelijkheidsviering in 1960 ontstond behoefte aan snel te maken feestkleding. De Malinezen herontdekten hiervoor de bogolan-techniek waarbij men met modder diepzwarte patronen op de stoffen drukt. Hieruit ontstonden jaarlijkse competities welke regio de mooiste bogolan maakte. In de jaren zeventig gingen ook Malinese kunstenaars en modemakers serieus met bogolan in de weer. Naast diepzwart werden ook druksels met briljant wit gemaakt.

Chris Seydou Mud Decoration Dress
Modeontwerper Chris Seydou presenteerde in Parijs in 1979 zijn wintercollectie met bogolan shawls en hoofddeksels in Keith Haringachtige motieven. De Nigeriaanse modeontwerper Alphadi breidde het bogolan-spectrum verder uit met blauw, groen en zelfs roze. Bij de dood van Seydou in 1994 had bogolan voor Mali net zo’n nationale status bereikt als het batik voor Indonesië.
Chen Zhen, World in out of the World, 1991
Terug naar de bron, het modder. Voor zijn installaties spoot de Frans-Chinese beeldend kunstenaar Chen Zhen (1955-2000) afvalvoorwerpen onder een laag modder. Door voorwerpen uit onze wegwerpmaatschappij met modder te bedekken, ontdeed Chen ze van alle technologische glamour en deculturaliseerde ze. De modder keert de lotsbestemming van de dingen en laat ze gepuurd terugkeren naar hun oorsprong, hun ziel en zaligheid.

I don't care it's muddy there/ it is my home […] My heart cries out for muddy water.’(Bessie Smith)

Bessie Smith and her Blue Boys, Muddy Water, A Mississippi Moan Parlophone 78

Om velerlei redenen wordt de schilderkunst van Giotto geprezen. Om zijn eenvoud en realisme, zijn heldere verhaalstructuur en composities, zijn fantasierijke landschappen en architectuur, zijn dramatiek en kleurgebruik. Een van de meest interessante vernieuwingen van Giotto was daarnaast de toepassing van isokephalie, of ‘gelijkhoofdigheid’: de groepering van omstanders op een horizontaal niveau, op een gelijk grondvlak.

In het hoofdwerk van Giotto, de wandschilderingen in de Arenakapel van Padua, zijn talrijke voorbeelden van de ingenieuze toepassingen van de isokephalie zichtbaar. In het monumentale Laatste Oordeel verruimt Giotto de dimensie naar horizontaal en verticaal, en dat kan, want de scène is gesitueerd buiten de aarde, in het domein van de hemel. Bovendien moest hij een oplossing vinden voor de aureolen rondom de hoofden van de koren engelen en heiligen.

Giotto, Het ontslapen van Maria in Berlijn.

Een interessante variant op de isokephalie toont het paneel Het ontslapen van Maria in Berlijn. Het spel tussen hoofd en halo, gedeeltelijke overlapping en volledige zichtbaar wordt hier op grote hoogte gebracht.

Eenmaal gefascineerd door de isokephalie van Giotto, beginnen steeds meer details op te vallen. Hoe in een grote groep de regel wordt bevestigd door de uitzondering, door de enkeling die omkijkt en zich buigt naar iemand die achter hem staat. Hoe telkens anders de kruinen van de hoofden uitstijgen boven de aureolen voor hen. Hoe de monotonie van de groep wordt onderbroken door een reeks van subtiele variaties.

De isokephalie van Giotto werkt verslavend. Giotto of Cimabue, schilderkunst of fotografie, voetbalteam of koor, je blijft er naar kijken. Heb je er eenmaal oog voor gekregen, dan wordt de rangschikking van de gezichten van de omstanders van bijzaak hoofdzaak.

Giotto, Het Laatste Oordeel, Arena Kapel, Padua

Er is zo veel dat je aandacht vraagt in het gewone, alledaagse leven: de boodschappenbriefjes die in het winkelwagentje zijn blijven liggen, papiertjes die je vindt op straat of in de bibliotheek, briefjes die in boeken zijn achtergelaten. Ik neem ze mee en verzamel ze dan een tijdje, maar dan ontdek ik weer een nieuwe fascinatie en de map met bijvoorbeeld ‘gevonden’ blijft een beetje in de steek gelaten in mijn archief achter. Kunstenaars hebben vaak een betere focus en verzamelen door tot het zoete einde van bijvoorbeeld een mooi boekje. Kunstenaar Kris Harzinski publiceerde een paperback met als titel From Here to There.

handmap spread 1

Om zijn verhuizing voor te bereiden was hij begonnen aan een grondige opruimactie. In een van zijn stapels oud papier vond hij een aantal kaarten die mensen voor hem hadden getekend om de route of een situatie uit te leggen. Dit was het begin van een archief van handgetekende plattegronden en de oprichting van HDMA, the Hand Drawn Map Association. Op de website www.handmaps.org is de verzameling terug te vinden. Een schetsje om iemand de weg te wijzen of een situatie uit te leggen laat meestal vooral zien hoe incompleet we de plattegrond waarin we ons bewegen ervaren. Tijdens de Biënnale van Venetië logeerde ik samen met vier anderen een week lang in een prachtig oud appartement. Tijdens de terugreis vroeg een van de reizigers aan de anderen om een plattegrond te tekenen van de woning. En dat was moeilijk, hoe zat het ook alweer met het halletje, de keuken en al die kamers. Vijf totaal verschillende huizen werden er op het papier gekrabbeld. Ook goed de weg wijzen is dikwijls een onmogelijke opgave: je kunt de route zo lopen, alsof je lichaam intuïtief de route kent, maar om het je precies voor de geest te halen is lastig.

handmaps spread 2

Kris Harzinski heeft al deze pogingen verzameld en de serie ook uitgebreid met ruimere criteria, zoals plattegronden die door kunstenaars getekend zijn als officiële kunst. De categorieën zijn: direction maps, found maps, fictional maps, artful maps, maps of unusual places en explanatory maps. Unusual places bevat de tekening van Marilyn Murphy, waarop ze precies aangeeft op welke plekken van haar buik ze de injecties worden gegeven die nodig zijn om haar reuma te bestrijden. Harriette Hacker maakte een kaart van haar gezicht waarop alle sporen van het verleden zijn af te lezen: de waterpokken, het litteken van een valpartij en een schoonheidsvlekje.

From Here to There is een prachtige paperback met een kleine tekst bij iedere plattegrond. Het is wel erg jammer dat door zijn kleine formaat veel tekeningen niet echt goed te lezen zijn, ze verdwijnen in het midden van het boek of ze zijn gewoon te klein voor alle informatie. En je wilt juist zo’n ‘map’ helemaal grondig uitpluizen.

Iedereen kan zijn handgetekende plattegrond opsturen naar www.handmaps.org.

handmaps spread 3

Veel mensen denken dat wetenschap op zoek is naar de waarheid, maar dat is niet zo, meestal zijn we op zoek naar antwoorden op concrete vragen en daarbij maken ze gebruik van modellen.

Een mooi voorbeeld is de metrokaart, de metro is een complex systeem, er lopen allerlei lijnen, deze kaart is om te beginnen een weergave van het systeem zoals het is.

Kaart van de Londen metro (gedeelte)
In de jaren '30 werd het metrosysteem veel complexer en mensen kunnen niet goed omgaan met complexe zaken, zij hebben het graag simpel. Harry Beck voerde een stilering in waarbij het model niet meer de afstand als uitgangspunt neemt maar de overstappunten. De kaart geeft niet meer de werkelijkheid weer maar volgt de behoefte van de gebruiker.

Modellen worden ontwikkeld, en vragen beantwoord door een model te maken. De functie van het model is dat ze iets willen begrijpen om een vraag te beantwoorden of voor een ‘bepaald doel’.