
Minder is beter, less is more. Dit adagium heeft de kunst van de afgelopen eeuw stevig in de greep gehouden en nog altijd wordt het wegsnijden van de franje, het achterwege laten van de anekdote aanbevolen en geprezen door de meerderheid der kunstcritici en kunstdocenten.

De kunst van het weglaten kent een lange voorgeschiedenis. Wonderlijk genoeg liggen de wortels van deze esthetische opvatting in de barok, tijdperk van het decorum, de overdaad, het exces en het ornament. Maar het was in dezelfde periode, de zeventiende eeuw, dat men brak met de traditie om de verhaallijn te volgen, om scène na scène als een stripverhaal te verbeelden. De barok koos voor het hoogtepunt, voor de apotheose waarin het hele verhaal werd vervat, voor het verstolde ultieme en vaak meest theatrale moment.

De kunst van het weglaten kreeg een opmerkelijk vervolg in 1793 in de persoon van de Frans schilder Jacques-Louis David. Diens ‘Dood van Marat’staat momenteel te boek als een wereldberoemd meesterwerk, een icoon van de Franse Revolutie, een waarachtig devotiebeeld, geïnspireerd op een gebeurtenis die Parijs op 13 juli 1793 in rep en roer bracht: de moord op de revolutionaire Jacobijnse voorman Marat door een jonge vrouw van vierentwintig, Charlotte Corday uit Normandië. Davids versie is eigenzinnig en eerder als religieus en geëngageerd dan als feitelijk en zakelijk te bestempelen.

Jacques-Louis David
Briljant is de afhangende arm van Marat, waarvoor David zich heeft laten inspireren door De Graflegging van Caravaggio. Davids isolatie van het motief was een ware vondst. Geen schilder voor hem had een arm zo dramatisch in het licht gezet als hij.
De bijgevoegde foto is een eigen opname van de versie die in het Louvre hangt, het origineel hangt in Brussel