
Internetencyclopedie Wikipedia behoort tot de zes best bezochte websites in Nederland. Vreemd genoeg is deze kennisbron geheel gevuld door vrijwilligers, die er dus niet voor betaald krijgen en in hun vrije tijd lemma’s schrijven. Curieus dat het überhaupt werkt. De Nederlandse Wikipedia bestond in juni 2012 vijftien jaar.

Vrijwel dagelijks gebruik ik Wikipedia en vergelijk regelmatig gelijksoortige lemma’s in verschillende talen. Leuk en leerzaam, al schrijf ik zelf geen lemma’s. Jammer misschien, want de beste manier om de encyclopedie te verbeteren is door er actief aan bij te dragen. Dat is het belangrijkste principe van Wikipedia: twee weten meer dan één.
Momenteel wordt de Nederlandse Wikipedia voornamelijk gevuld door hoog opgeleide mannen van rond de dertig. Vrouwen en mensen boven de veertig brengen nauwelijks wat in. De Nederlandstalige online encyclopedie bevat momenteel meer dan 600.000 artikelen. De Engelstalige versie is het grootst met ruim 3.100.000 artikelen.
Kunstenaars mopperen vaak over de lemma’s die over hen in Wikipedia staan en waarvan de feiten niet kloppen. Dat valt zo te verhelpen, ze kunnen een opmerking plaatsen op de overlegpagina van het artikel, met een verwijzing naar de juiste bronnen. Bekende Nederlanders die met rechtszaken dreigen, trekken vrijwel altijd bij als ze horen hoe makkelijk de lemma’s gecorrigeerd kunnen worden. Een enkele keer valt informatie niet te beschermen. Een actrice die bijvoorbeeld niet met haar meisjesnaam in de encyclopedie wilde, kon hier niets tegen ondernemen omdat die op talloze andere plekken online te vinden is. De informatie werd dus niet geschrapt.
Toch baart de manier waarop Wikipedia functioneert critici zorgen. En dan gaat het vooral om de neutraliteit en betrouwbaarheid van de lemma’s. Welk controlerend mechanisme bewaakt Wikipedia als in principe iedereen ‘van goede wil’ mee mag doen? Maar de feiten logenstraffen deze argwaan. Uit een onderzoek door het wetenschappelijke tijdschrift Nature uit 2005 bleek dat de Encyclopedia Britannica maar een heel klein beetje beter is dan de Engelstalige Wikipedia. En afgelopen vijf jaar is de Wikipedia zo gegroeid en verbeterd dat het de vraag is wie nu de beste zou zijn.
In maart werd in de Openbare Bibliotheek in Amsterdam een Wikipedia Conferentie gehouden, ‘Critical Point of View’, waar kritisch gekeken werd naar de problemen van Wikipedia. In deze twee dagen werden internationale Wikipediaversies tegen het licht gehouden en hun voor- en nadelen uitvoerig besproken. De Nederlandse Wikipedia heeft een pagina waarin de nadelen punt voor punt worden opgenoemd. Zoals: ‘de meerderheid heeft niet altijd gelijk’ en ‘mallotige en moedwillige verkeerde bijdragen worden snel serieus genomen’. Wikipedia kan geen garantie geven voor de juistheid en kwaliteit van de informatie. Men geeft ook toe dat vanwege het open karakter van het project, vandalisme hier en daar een probleem is.
De Amerikaanse conceptuele kunstenaars Scott Kildall en Nathaniel Stern experimenteerden zoals velen voor hen met de encyclopedie. Zij creëerden Wikipedia Art, een artikel gemaakt als kunstwerk/performance dat iedereen kon bewerken. Maar aangezien het een conventionele pagina betrof in de Engelstalige Wikipedia, werd deze snel verwijderd. Het argument van de kunstenaars om de entry te behouden was dat dit ‘kunstwerk’ terug te vinden was in geloofwaardige bronnen: interviews, blogs, in teksten van media-instituten. Het argument om het te verwijderen was dat het om informatie ging die niet in een encyclopedie thuishoort. De actie lijkt een vergeefse poging om de encyclopedie als ‘kunstplatform’ te gebruiken. Op de website wikipediaart.org is het debat rond dit project terug te lezen.

Een ander wikikunstproject, opgestart door Wikimedia Nederland, is de fotowedstrijd Wiki Loves Art/NL. Vorig jaar juni mochten de bezoekers die meededen aan deze wedstrijd foto’s maken van kunstwerken in verschillende musea – wat normaal gesproken meestal niet mag. Ongeveer 5000 foto’s werden ge-upload naar fotowebsite Flickr, en ter beschikking gesteld van Wikipedia onder een creative commons licentie. Onder de winnende foto's was een foto van een Gispenlamp; verfstreken op het schilderij van Isaac Israëls en een vakantiehuisje van Rietveld. Bladerend door de website met amateurfoto's valt op hoe verschillend hetzelfde werk eruit kan zien door een andere lichtval, of eenvoudigweg door een vreemde fotohoek te kiezen. Dat viel grafisch vormgever Hendrik-Jan Grievink ook op. Hij ontwierp eerder het memoryspel Fake for Real, waarbij twee dezelfde kaartjes net iets verschillen: de afbeelding op de een is 'echt' en op de andere 'nep'. Bijvoorbeeld een foto van een echte clownvis tegenover een plaatje van Little Nemo uit de animatiefilm van Disney.Grievink is momenteel druk bezig met een kunstboek Wiki Loves Art, en zoekt naar de verschillende invalshoek van de amateur: schilderijen zijn gefotografeerd zonder frame, heel pixelig of juist extreem scherp. Door het spelen met de vele foto's uit de amateurcolllectie wil Grievink zowel een verslag maken als beelden 're-mixen'.

Afgelopen jaar doneerde het Koninklijk Instituut voor de Tropen beeldmateriaal van onze voormalige koloniën Suriname en Indonesië, deze foto's werden digitaal 'gerestaureerd' door vrijwilligers (zo bewerkt dat de afbeelding duidelijker werd). Het Tropenmuseum verspreidt informatie via de online encyclopedie over de Surinaamse Marrons, afstammelingen van Afrikanen die door slavenhandelaars onder dwang naar Suriname zijn gehaald. Ook worden bijschriften voor de Indonesische Wikipedia door vrijwilligers in het Bahasa Indonesia vertaald. Instituten als het Tropenmuseum hebben baat bij het archiveren van foto’s door Wikipedia. Het materiaal wordt fanatiek gebruikt en door vrijwilligers verbeterd en voorzien van secundaire informatie (metadata). Dit betekent niet alleen dat meer mensen van de collecties kunnen profiteren, het houdt ook in dat de collecties zelf aan betekenis winnen.
Natuurlijk zetten musea en archieven hun collectie op hun eigen website, maar de mankracht en de kritische massa om informatie te verbeteren hebben ze niet en een collectie digitaliseren maakt die niet per se zichtbaar. Het brede publiek bereik je er niet mee, door samen te werken met Wikimedia/pedia ben je makkelijker vindbaar in zoekmachines en bereik je een andere doelgroep. Daarnaast blijft een encyclopedie natuurlijk een encyclopedie, het is geen online museum of archief.

Voor veel musea is de gedachte geen controle meer te hebben over de collectie, door beeldmateriaal onder een vrije licentie te doneren, een denkomslag. Natuurlijk heeft die licentie voorwaarden zoals bronvermelding, maar vaak wordt het materiaal ook commercieel vrijgegeven. En ontwikkelen musea andere businessmodellen om kunst en cultuur op de voorgrond te brengen via een platform als het internet. De eerste stappen om materiaal, gemaakt met publieke gelden, ter beschikking te stellen aan het publiekdomein worden gemaakt. Met dat materiaal mogen we nu allemaal mee aan de slag, goed voor de creativiteit en wie weet uiteindelijk ook voor de kunst.