Om velerlei redenen wordt de schilderkunst van Giotto geprezen. Om zijn eenvoud en realisme, zijn heldere verhaalstructuur en composities, zijn fantasierijke landschappen en architectuur, zijn dramatiek en kleurgebruik. Een van de meest interessante vernieuwingen van Giotto was daarnaast de toepassing van isokephalie, of ‘gelijkhoofdigheid’: de groepering van omstanders op een horizontaal niveau, op een gelijk grondvlak.
In het hoofdwerk van Giotto, de wandschilderingen in de Arenakapel van Padua, zijn talrijke voorbeelden van de ingenieuze toepassingen van de isokephalie zichtbaar. In het monumentale Laatste Oordeel verruimt Giotto de dimensie naar horizontaal en verticaal, en dat kan, want de scène is gesitueerd buiten de aarde, in het domein van de hemel. Bovendien moest hij een oplossing vinden voor de aureolen rondom de hoofden van de koren engelen en heiligen.
Een interessante variant op de isokephalie toont het paneel Het ontslapen van Maria in Berlijn. Het spel tussen hoofd en halo, gedeeltelijke overlapping en volledige zichtbaar wordt hier op grote hoogte gebracht.
Eenmaal gefascineerd door de isokephalie van Giotto, beginnen steeds meer details op te vallen. Hoe in een grote groep de regel wordt bevestigd door de uitzondering, door de enkeling die omkijkt en zich buigt naar iemand die achter hem staat. Hoe telkens anders de kruinen van de hoofden uitstijgen boven de aureolen voor hen. Hoe de monotonie van de groep wordt onderbroken door een reeks van subtiele variaties.
De isokephalie van Giotto werkt verslavend. Giotto of Cimabue, schilderkunst of fotografie, voetbalteam of koor, je blijft er naar kijken. Heb je er eenmaal oog voor gekregen, dan wordt de rangschikking van de gezichten van de omstanders van bijzaak hoofdzaak.