239 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

239 Things

“You can’t have anything. You can’t have anything at all. Because desire just cheats you. It’s like a sunbeam skipping here and there about a room. It stops and gilds some inconsequential object, and we poor fools try to grasp it – but when we do the sunbeam moves on to something else, and you’ve got the inconsequential part, but the glitter that made you want it is gone. “ F. Scott Fitzgerald, uit The Beautiful and Damned

Inderdaad, verlangen glipt zo makkelijk door onze vingers zodra we datgene wat we begeren eenmaal beethouden. En met één knipper van de ogen zijn we wederom verblind door de schittering van een volgende onbekende schoonheid, de volgende belofte van liefde, van vervulde verlangens.

Laag na laag wordt het fineer weggekrast. Soms is dit een langdurig proces dat jaren, maanden, dagen beslaat. Anderzijds kan het vuur ineens en zonder waarschuwing worden gedoofd.

(Natuurlijk moeten we niet al te cynisch worden. Liefde bestaat voorbij de glans van verlangen, maar degene die dat geluk nog niet gevonden hebben storten zich al te graag telkens weer de dwaasheid in.)

"I love love” she said, closing her eyes. ––Jack Kerouac, On the Road (1957)
Love loves to love love. ––James Joyce, Ulysses (1922)

Wat bedoelen we eigenlijk as we ‘ik hou van je’ zeggen, of als we ‘verliefd’ zijn? Wat is datgene waar we van houden?

Zijn gezicht, zijn handen, haar lach, haar stem? De geur van zijn haar, haar kleine slaperige oogjes, zijn manier van lopen, haar enthusiasme, zijn muziekverzameling, intelligentie, onafhankelijkheid, haar geestigheid, voorzichtigheid, haar zachte huid? Zijn gebroken vingernagels? Hoe ze kijkt als ze wegkijkt, die gekke kleine vlek op zijn linker schouder? Hoe hij ‘hullo’ zegt aan de telefoon? Een of ander ‘objet petit a’ dat niet te beschrijven valt, de taal ontstnapt, iets ontastbaars – of, integendeel, iets dat precies kan worden aangewezen, een ‘punctum’?

Zijn of haar, zoals Ronald Barthes zou zeggen, ‘verblindende originaliteit’? Of is er niets, misschien is er helemaal niets bijzonders aan de andere persoon? Zou het kunnen dat het enige wat origneel is, datgene is wat wij samen delen, en ons tweeen, samen, uniek maakt? (Roland Barthes, Fragments d’un discours amoureux (1977), s.v. Atopos)


Het zijn je ogen en je wenkbrauwen – je glimlach – nee, ik zou het niet weten. Het gaat om alles, om jou als geheel. – Knut Hamsun (1935 – eigen vertaling (rw))

Hoe het, hij, zij, jou laat voelen: speciaal, uitzonderlijk, normaal, gewoon gelukkig, als jezelf, als een ander, tijdloos, niet jong, niet oud? Kan het zijn dat de liefde niet alleen lichaam en ziel beinvloedt, maar dat ook de ervaring van tijd? Hoe kan het dat we de tijd vergeten als we samen zijn, maar tegelijkertijd over niets anders kunnen denken: tijd dat door onze vingers glipt, het vooruitzicht van afscheid – en het wachten en verlangen als we niet samen zijn? Is dit waar: de liefde heeft tijd nodig, maar voor de liefde bestaat er geen tijd?

It takes no time to fall in love. But it takes you years to know what love is. ––Jason Mraz, ‘Life is Wonderful’, from the 2005 album Mr. A-Z

Stel je voor dat er een meisje (een jonge man, een oude vrouw, zomaar iemand) wordt geboren, volwassen wordt, naar school gaat, talen leert spreken, de wereld ziet, andere landen bezoekt, naar het buitenland gaat, iets ergens studeert, zoals Frankrijk, bijvoorbeeld – waar ze verliefd, over haar oren verliefd wordt op een Frans meisje (een jonge man, een oude vrouw, zomaar iemand). Denk eens na over de details; de ene die aan de andere opvalt, de andere te onder de indruk van de heerlijke nieuwe wereld om haar heen, een toevallige ontmoeting (in een park, ja een park, in Parijs, in de lente, natuurlijk), de eerste blikken, en dan, de eerste aanraking.

Hoewel ze het nog niet weten, zal het een liefdesaffaire worden. Elke dag, elk moment is een lege pagina. Vervoering bruist rondom.

Ze spreken, kijken naar elkaar, drinken goedkope wijn uit nog goedkopere glazen, lachen, praten verder, luisteren muziek, gaan naar de film, het park,de dierentuin, bespreken boeken, theater, wat ze maar willen. Alles is mogelijk. (Natuurlijk wordt er nog meer gekeken, en zijn ze terughoudenheid en vol overgave tegelijk.).

Ze spreken beide Engels, soms een paar woorden in het Frans. Inmiddels hebben ze elkaar leren begrijpen, zelfs tijdens hun stiltes. Ze zijn nu twee, drie maanden samen, eten samen, delen afwisselend elkaars kamer en bed. Er komt een moment, op een dag midden in de zomer, een warme, donkere, klamme nacht (of vroege ochtend).

‘Je t’aime,” fluistert de andere.
Ze huivert, wankelt, wacht,
Ik hou ook van jou.

Wanneer heb je de taal der liefde leren spreken? En als je in de ene taal ‘ik hou van je’ hebt leren zeggen, kan jejezelf aan een anderstalige echt (maar dan ook echt) begrijpbaar maken? In dit (denkbeeldige?) universum is ‘ik hou van je’ niet te vertalen, noch te begrijpen, als je het niet vanaf het eerste moment begrijpt.‘Ti amo’, ‘ik hou van je’, ‘je t’aime’, ‘ich liebe dich’, ‘jeg elsker deg’, betekenen allemaal iet anders.

Hoe kan je liefde vertalen, als het in zichzelf al een vertaling is?

Is het nodig om te weten wat liefde is, om te weten wat liefde is?