239 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

239 Things

Ik ben onderweg naar Georges Perec. De expositie Regarde de tous tes yeux, regarde – l’art contemporain de Georges Perec laat werk van 68 kunstenaars zien die op een bepaalde manier een link hebben met de karakteristieken van Georges Perec’s schrijven. Na een rit van tien uur kom ik aan in Dole, Frankrijk, waar de expo plaatsheeft. Ik stap een Chinees restaurant binnen en bestel een 1664 Kronenbourg. Aziatische vrouwen in zomerjurkjes omringen me. Sommigen lachen naar me, anderen staren me aan. Ik neem een foto van hen. Ze vinden het prima. Het lijkt ze zelfs koud te laten. De vissen in de 3 aquariums die me omringen schieten terug, iedere keer als mijn camera flitst.

Het is zaterdagavond en het is bomvol. Ze hebben me in de hoek gezet voor de eenzame outcasts. Te midden van vissenbassins en pin-up posters. Ik kan niet één van de andere gasten zien vanaf mijn tafel. Wel hoor ik ze praten. Ik probeer te horen wat ze zeggen, maar mijn Frans is slecht en vier of vijf gesprekken lopen door elkaar heen. Ik stop met begrijpen en begin met ontspannen. Onmiddellijk vermengen de stemmen zich tot een aangename Franse zoem: geciviliseerde achtergrondmuziek.

Ik drink mijn bier en wacht op mijn eend met asperges.

Op meerdere momenten tijdens mijn maal houden de verschillende gesprekken precies op hetzelfde moment op. De plotse, niet-geplande stilte slingert me terug in de tijd, naar een middelbare schoolfeest in een tot discotheek omgetoverd tropisch zwemparadijs aan de Maas. Ik schreeuw een of ander heroïsch verhaal in het oor van een meisje in de hoop indruk op haar te maken. Wanneer onverwachts de muziek uitvalt is ook het momentum weg: mijn woorden zijn ineens geforceerd en gêne maakt zich van memeester.

Maar vanavond bevallen deze ‘tussenmomenten’ me juist. Ik was niet van plan tegen wie dan ook maar iets te zeggen, behalve “Avez-vous chopsticks?”

Dit is een passage uit Het is begonnen. Onderweg met Georges Perec. 'Het is begonnen' bestaat uit 11 teksten, allen inleidingen op een mogelijk onderzoek naar de verbanden tussen het werk van de Franse schrijver Georges Perec en de beeldende kunst, toegespitst op Sander Uitdehaag’s eigen werk en leven. De inleidingen die in willekeurige volgorde geplaatst en gelezen kunnen worden, zijn zeer verschillend wat betreft stijl en inhoud. Samen vormen ze een meta-verhaal: een zoektocht naar de juiste toon en het goede begin.

Het is begonnen is te verkrijgen via

Ik ga naar een stiltehuis om vier dagen te zwijgen. Ik ben al weken zenuwachtig. Volgens een vriendin zal ik alleen maar aan seks denken, want een vriendin van haar werd tijdens een soortgelijk verblijf overvallen door lustgevoelens die de hele retraite bleven woeden. Zelf ken ik ook twee voorbeelden van stiltezoekers die ten prooi vielen aan erotische fantasieën over mede-zwijgers. In het ene geval mondde dat uit in een wilde vrijpartij na afloop, in het andere in een huilbui uit teleurstelling toen de stilte werd verbroken met een banale openingszin.

Voorlopig stel ik mij een kluizenaarsverblijf voor, zonder anderen, dus over opspelende hormonen maak ik mij niet zulke zorgen. Ik zit op de heenreis vooral in de rats over de ontmoeting met de gastvrouw. Stel dat alles meteen woordloos moet, of met het absolute minimum aan woorden? Ik voel mij een woordverslaafde die zich overlevert aan een harde kuur, want ik ben een absolute beginner als het aankomt op de omgang met stilte in gezelschap. Ongetwijfeld zal het niet hetzelfde zijn als domweg niet praten. Ik probeer mezelf gerust te stellen. Ik ben normaal, en normale mensen praten elke dag. Ik ben dus al zo’n dertig jaar aan het woord, hoewel ik natuurlijk mijn best doe om ook nu en dan te luisteren. Het is niet raar dat het vooruitzicht van de stilte mij enige angst inboezemt.

Bij aankomst blijkt alles vreemd gewoon. Er is een rinkelende bel, de gastvrouw steekt haar hand uit, zegt haar naam. Na een rondleiding volgt de uitleg van de dagelijkse rituelen: behalve de permanente solo-stilte zijn er drie gezamenlijke stille maaltijden en twee gezamenlijke stiltemomenten van een half uur per dag. ’s Avonds desgewenst gelegenheid tot een gesprek. Ik ben de enige gast en zit naast gastvrouw A aan een reusachtige tafel, berekend op een stuk of twaalf zwijgers. Als we gaan lunchen begint de stilte. Dat wil zeggen: de verbale stilte. Onze lichamen grijpen het gebrek aan conversatie aan om zich luidruchtig te manifesteren. Ik hoor mijn kaken malen en mijn slikspieren klokken, afgewisseld door incidenteel gedempt bulderen van de ingewanden.

Ik dacht dat ik een volleerde eter was, maar nu blijkt maar weer eens dat alles wat je met volle aandacht doet zijn vanzelfsprekendheid verliest. Wanneer is een hap eigenlijk voldoende vermalen om doorgeslikt te kunnen worden? Hoe groot moet een hap zijn? Van een grote hap fruit blijft na vermaling niets over, maar een hap compact, zelfgebakken brood neemt in de mond schrikbarend aan volume toe. Zou het een belangrijke functie van de menselijke conversatie kunnen zijn om ons af te leiden van het rumoer van onze lichamen? Ik ben mij zeer bewust van A links van mij, en houd haar ritme feilloos in de gaten. Wij gaan vrijwel gelijk op bij het eten van onze broodjes. Ik ben langzamer met kauwen, maar zij doet langer over de keuze van beleg. Ik neem A’s handelingen waar vanuit mijn ooghoeken. Zo’n scheve blik is een krachtsinspanning die niet eindeloos valt vol te houden, dus af en toe ontsnappen de pupillen en maken een verkenningsvlucht.

Mijn ogen reizen dan bijvoorbeeld tot en met haar bord, waardoor ik kan zien wat er op haar brood zit en hoe ver zij daarmee is. Als ik een glijdende blik aanhoud die niet te lang blijft hangen durf ik tot halverwege de ellebogen en de oksels te kijken.Voorbij het bord voel ik een grens: daar begint het verboden terrein van het bovenlijf, en daarboven het gezicht waar het eten heen gaat en verdwijnt.

Pas als ik A met drie woorden thee aanbied durf ik eindelijk oogcontact te maken. Zou je pas naar iemand mogen kijken als je ook woorden uitwisselt? Misschien praten mensen voornamelijk om naar elkaar te mogen kijken.

Column over een verblijf in een stiltehuis, gepubliceerd in online kunsttijdschrift LUCY van CBK Utrecht op 30 augustus 2011

  • To ingest part of Dieffenbachia Picta or Dumbcane as it is commonly known, will lead to paralysis of the mouth, lips, and tongue, causing temporary muteness.
  • The panic at being struck dumb is constricted to a mere mechanical clatter in your head.
  • Try not to ask yourself ‘When will this end?’
  • The placement of the houseplant designates a zone of potential silence, a selected frame of domestic insistence.
  • It is an icon of both latent material, chemical effect and the dissolution of language.
  • Its effect is a physiological, existential swelling.
  • Dumb paralysis becomes immobility becomes time passing, boredom or durational obstinacy.
  • Mid-afternoon, ‘downtime’, French windows.
  • Now turn away.

Juliette Blightman, Richard Birkett

een werk van Blightman
een werk van Richard Birkett