Frank Lloyd Wright bouwde het Robie House in een tijdperk waar internet niet bestond en reizen nog een heus avontuur was. Nadat het huis bewoond was, kwam Frank Lloyd, zoals een gids mij vertelde tijdens een excursie door de woning, nog regelmatig langs om te kijken of het meubilair niet verschoven was. Hij had het huis ontworpen, inclusief meubilair, vanuit zijn idealistische visie hoe hier optimaal moet worden geleefd. Woon je nog of leef je al, de IKEA-slogan, zou hier wel eens haar oorsprong kunnen vinden. Afgezet tegen de maatschappelijke verhoudingen in die tijd en de kennis die beschikbaar was toonde hij een zeer sterke betrokkenheid, je zou zelfs kunnen beargumenteren een nogal dictatoriale betrokkenheid, die verder ging dan de verantwoording van het ontwerp van een huis. F.L. ontwikkelde een totaalconcept en nam een deel van de verantwoording van het leven van de bewoners over, binnenshuis was hij als het ware de regiseur van hun leven. De status van zijn beroep gaf hem het aanzien om zich zo ver in de privésfeer te bemoeien.
Honderd jaar verder is het Robie House een museum en is de status van de architect ineengeschrompeld tot een consument van projecten. Projecten die weinig meer behelzen dan het vormgeven van door banken, verzekeringsmaatschappijen en projektontwikkelaars beheerste geldstromen. Het kapitalisme onderging in deze honderd jaar een gedaanteverandering die zich weerspiegelt in het architectuurberoep. Het moderne sociaal kapitalisme is in de laatste decennia van de vorige eeuw ingeruild voor een roofkapitalisme dat zich in de huidige globalisering doorontwikkelt in een bruut aflaat-kapitalisme. McDonalds recyclet, Shell doet aan schone energie en de Rabobank is duurzaam? Globale problemen als de klimaatverandering worden op papier met technologische hoogstandjes het hoofd te geboden. Als we de energienetwerken over de wereld met elkaar koppelen, windturbines in de noordzee verknopen met zonnecellen in de sahara, hebben we altijd stroom uit zon, wind en water, of, als we de varkens stapelen in flatgebouwen, kunnen ze vrij rondscharrelen.
Natuurlijk moeten deze plannen eerst bedacht, ontworpen en uitgewerkt, maar dat mag onder de huidige vervuilende condities. De betere wereld begint pas morgen.
Ook Frank Lloyd Wright had grootschalige plannen. Met ontwierp hij zijn visioen van een samenleving waar het individuele geluk op en rond het erf was vormgegeven. Technologie stond ten dienste aan een sociale samenlevingsvorm. Wat daaraan het meest fascineert is niet de technologische omzetting, dat is slechts een uitwerking van ingenieurs. Bewonderenswaardig is het engagement waarmee hij zijn ideeën in de dagelijkse praktijk toepaste. Het zelf schuiven met meubels in een al lang opgeleverd huis, stel je voor, in gedachten zie ik Frank Loyd met een schoffel langs de moestuinen in Broadacre City lopen, een strohoed op zijn hoofd, een kruiwagen voor zich uit duwend, overal kijkend of er geen onkruid tussen de aardappels groeit, of de bonenstaken wel netjes op een rij staan, of de kippen wel gelukkig scharrelen.
Wat betekent een dergelijk persoonlijke engagement vandaag? Een Rem Koolhaas die in een bootje over de Noordzee vaart om de turbines in de wind te draaien, of een Winy Maas die de varkens voert op de 27e verdieping van pig city? Deze beelden roepen toch niet eenzelfde romantisch engagement op als 100 jaar geleden. Tegenwoordig zijn alle globale misstanden in de wereld met een muisklik bekend en daarmee is elke vorm van betrokkenheid bij voorbaat onvoldoende. We zouden ook de bouwplaats op slavenarbeid of kinderarbeid moeten controleren, op arbeidsomstandigheden, de bouwmaterialen op hun productie en herkomst, de afvalstromen, de luchtkwaliteit, het voedsel, de geldstromen, etc., etc. Een onmogelijke opgave die we in de hedendaagse managersmaatschappij liever ‘outsourcen’ aan andere deskundigen. Zelfs onze verantwoordelijkheden zijn daarmee verworden tot een consumeptiegoed. Om te komen tot een nieuwe Utopie zal de architect zal zich als zelfstandig denkende mens moeten bevrijden uit de gevangenis waarin hij zichzelf als consument heeft opgesloten, stelt Henk Hofland.1
Een zelfstandig denkende architect neemt zelf verantwoordelijkheden, een zelfstandig denkende architect doet aan insourcen. Het ‘Moral Balance Sheet’, is een experiment om het ruime welvaartsbegrip binnen de architectuurpraktijk toe te passen, een experiment om de eigen verantwoordelijkheid in kaart te brengen, en te nemen. Een Ton Matton die zelf energie produceert, zelf 2e hands kleding draagt, zelf een kip slacht en zelf een boom plant. De boom is een beukje, geplant op mijn erf. Deze neemt meer CO2 op dan nodig voor het schrijven van dit artikel. Voor elke Google-zoektocht in internet wordt echter de hoeveelheid energie verbruikt die overeenkomt met 400 meter autorijden. Maar zien hoeveel hits er komen en hoe lang dat boomphje daarvoor moet groeien?