239 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

239 Things

“That which is creative, creates itself” ––John Keats

Op school mag niets meer ongezegd blijven; alles moet besproken worden. Het kind wordt het recht ontzegd zijn geheimen te koesteren. Voor dagdromen, fantaseren of verdringen lijkt geen plaats. Elke minuut van het kinderleven moet betekenisvol zijn. Maar kinderen willen pretentieloos spelen en experimenteren. De mogelijkheid om beelden en gedachtes te vormen die zich in het verborgene van de geest aan het zicht van anderen onttrekken, mag hen niet ontzegd worden.

Ik leef bij de gratie van de talloze beelden die zich elke driehonderdste milliseconde aan mij opdringen. De afstand tussen bewust en onbewust lijkt minimaal. Doelloze gedachten domineren mijn brein en rijgen zich aaneen tot ontelbare, vluchtige denkbeelden. Elke handeling en elke vorm van gedrag wordt voorafgegaan door fictieve plannen en fantastische voorstellingen.

Op de kleuterschool herkende men al vroeg mijn vermogen om uitzonderlijke tekeningen te maken. Waren ouders en onderwijzers competent om aanleg herkennen? Op grond van welke criteria beoordeelde men mijn tekeningen? Als ik ze analyseer dan vallen realiteitsgehalte, detaillering en intensiteit op. De verbeelding is niet opvallend eigenzinnig of expressief. Het kleurgebruik oogt realistisch. De afbeeldingen hadden betrekking op recent gemaakte uitstapjes, kabouters en fantasiedieren. De uitdaging was om de imaginaire beelden zo perfect mogelijk af te beelden. Kinderen streven geen expressiviteit na. De zichtbare strijd van het scheppen, de gestolde motoriek van het schilderen, waarderen alleen volwassenen.

Mijn talent had weinig te maken met kenmerken die van belang zouden kunnen zijn voor een toekomstig kunstenaarsschap.

Gedurende de lagere schooltijd tekende ik naast ontelbare muizen met menselijke uitstraling, geheime overlevingsvoertuigen die konden rijden, vliegen en duiken ook historische anekdotes zoals de onthoofding van van Oldebarneveld. * Veel kunstenaars zeggen zich al vanaf hun jeugd buitenstaander te voelen of waarnemer te zijn en een grotere receptiviteit te bezitten voor hetgeen er om hen heen gebeurt.

Onderwijzers interpreteerden de bloederige tekeningen als uitingen van psychische gestoordheid of gezinsproblemen. Ze legden impliciet een verband tussen artistieke kwaliteiten en geestelijke abnormaliteit. Ik bezat onmiskenbaar een zekere drang om te shockeren. Bloederige, enge taferelen leenden zich daar goed voor. Niet alleen bewondering werkt stimulerend, ook een negatieve respons stimuleert de drang om te scheppen; ik zal ze eens wat laten zien! Het gevoel een outcast te zijn genereerde energie.

Op mijn twaalfde kreeg ik les van een leraar met een vlinderstrik, die zich als kunstenaar manifesteerde. Als rolmodel, waarnemer, fantast en subversieveiling creëerde hij een omgeving die inspireerde. Het vertrekpunt vormde het idee van de leerling, voortdurend refererend aan de kunst en het kunstenaarschap. Hij had vertrouwen in het idee van de leerling. Die houding sprak ook leerlingen die weinig met kunst op hadden aan. Hij nam zijn eigen handelen waar, stelde zijn oordeel uit en bleef continue alert. De leerlingen geloofde in de oprechtheid van de leraar. Hij was, zonder dat hij het wist, een voorloper van wat nu authentiek leren genoemd zou kunnen worden.

Nog steeds werd ik gezien als een talentvolle leerling. Dat hield een belofte in, die alleen nog even waargemaakt moest worden. De stap naar de academie leek van zelfsprekend.

De belofte is gebleven. Maar hoe langer die standhoudt des te kleiner de kans dat hij wordt ingelost. Gaandeweg raakt de persoonlijke identiteit verbonden met de identiteit als kunstenaar. Dat maakt stoppen onmogelijk. Indachtig Bourdieu lijkt het kunstenaarschap een jas die ik niet uit kan trekken want dan ben ik naakt.

Zonder talent geen kunstonderwijs.

Talent is aangeboren. De ontvanger ervan verkeert in een staat van genade.

Het lijkt in dat opzicht op het aangeboren koningschap, dat net als het talent buiten categorieën van rechtvaardiging staat. En net zoals het koningschap subversief is ten opzichte van de democratie, is het getalenteerde kunstenaarschap dat ten opzichte van de maatschappij.

Een constructief soort van subversiviteit. Eerst ondermijnt het waarneming en kennis, om daarna in de vrij gekomen ruimte het fundament te leggen voor hernieuwd waarnemen en denken.

Magritte’s schilderij ‘l’Etat de grace’, is een verbeelding van talent.

We zien hier het absurde samentreffen van een zwevende rokende sigaar met een fiets die er bovenop staat. Op het sigarenbandje een uil.

Wijsheid in een ongekende luchtigheid met als riskant reisdoel: het domein van nieuwe betekenissen.

Talent bevat vermogen en verlangen.

Om vat te krijgen op deze mysterieuze substanties, worden ze in het hedendaagse kunstonderwijs uitgedrukt in competenties, die de bakens zijn voor studenten en docenten, bij de zoektocht naar de startkwalificaties.

Maar een mysterie laat zich nooit geheel vangen in formules, en ingrediëntenlijstjes.

Als kunstopleiding moet je het willen doorgronden, maar je moet erkennen dat er factoren zijn waar je geen vat op krijgt, en dat het juist dezen zijn die je bloed sneller doen stromen, je doen wankelen in je overtuigingen, en je tot herbezinning van je curriculum dwingen.

Een Academie die de gevoeligheid en het instrumentarium hiertoe bezit, kan talent tot bloei brengen.

Door ‘maar wat aan te rotzooien’, zonder besef van competenties, kan een geweldig oeuvre ontstaan.

Talent licht op.

Letterlijk en figuurlijk.

Een beroemde getalenteerde die letterlijk oplicht is Mr. Ripley.

Zijn verlangen naar een andere sociale status is zo sterk, dat zijn talent tot zinsbegoocheling hem in staat stelt de wereld om zich heen zo te herscheppen, dat zijn ambities gerealiseerd worden. Waar dat niet lukt leidt dat excessen; hij slaat aan het moorden.

Riply is een dwaallicht.

Het talent waar wij ons mee bemoeien, werpt nieuw licht op situaties die zijn gehuld in de nevel van conventies. Ook dit talent moet kunnen moorden: de slachtoffers zijn

‘his/her darlings’.

Talent is gewelddadig en geweldig.

Talent is een lust en een last.

Bij de geboorte van het talent is de academie niet aanwezig.

Bij de ontwikkeling ervan echter is de KABK prominent aanwezig, door lusten met lasten te verzoenen, en het gewelddadige constructief te maken.

Dat is een Koninklijke missie.

Werkendam, 29 mei 2007.