De aanschaf van mijn eerste digitale camera, betekende direct het einde van enige terughoudendheid op het gebied van foto’s maken. Het was het begin van mijn transformatie tot fulltime Japans toerist, continu klikkend bij alles wat in de verste verte ook maar enigszins interessant zou kunnen zijn. Dit resulteerde in eindeloos veel foto’s van vertederende poesjes op straat, vrouwen met dikke billen die voor je lopen, jezelf in elk denkbare setting van deze wereld, iedereen waar je langer dan vijf minuten mee gepraat hebt en foto’s van je eigen op bed liggende benen in een hotelkamer. Opeens had ik eigenlijk van alles een foto. En dat lijkt natuurlijk heel leuk, maar dat is het niet.
Ik weet nog dat ik vroeger op vakantie van een maand slechts twee rolletjes mee nam van 24 foto’s. Was de rijst die in de vorm van een beertje op ons bord was geserveerd wel of niet een foto waard? Nu maak ik er gedachteloos twintig achter elkaar in de veronderstelling dat de ideale foto er vanzelf wel bij zal zitten. De euforie van het zoveel foto’s maken als je wilt is er wel vanaf, al zal ik tegelijkertijd ook nooit meer terug kunnen naar het beperkte foto’s maken met fotorolletjes, daar is het nu simpelweg te laat voor. Ik moest dus vooral een nieuwe manier vinden om met mijn digitale camera om te gaan.
Mijn eerste prioriteit was wat orde scheppen in mijn fotoarchief, dat inmiddels uit duizenden foto’s bestond. Ik besloot een Flickr-account te nemen. Voor alle mensen die onder een steen hebben gewoond: Flickr is een site waar mensen online hun fotocollecties kunnen beheren en delen met elkaar, en daarmee ook gelijk het grootste online fotoarchief van de hele wereld. Er worden per minuut ongeveer vijfduizend nieuwe foto’s ge-upload en het totale aantal foto’s is meer dan driehonderdmiljoen.
Het online zetten van mijn fotoarchief en het daarmee toegankelijk maken voor iedereen, dus ook voor mijn eventueel toekomstige geliefde (je weet maar nooit) maakte dat ik weer kritisch ging kijken naar mijn foto’s om uiteindelijk alleen mijn beste foto’s online te zetten. Er ontstond een verzameling die qua kieskeurigheid gelijk was aan die die was ontstaan als ik met rolletjes had geschoten.
Maar er gebeurde ook iets anders. Foto’s die ik puur uit verveling had geschoten, zoals de foto van mijn eigen behaarde benen die lagen op een bed met een roze bloemetjesdekbedovertrek in een treurig hotel waar ik helemaal in mijn eentje was omdat ik een dodelijk saai congres in Bergen op Zoom moest bijwonen, bleken opeens door de selectie te zijn gekomen.
Het was een foto die ik nooit gemaakt had als ik er over na had moeten denken, maar die ik op een bepaalde manier toch interessant vond door de totale treurigheid die eruit sprak.
Een paar dagen later kreeg ik een mailtje. Op Flickr heb je verschillende groepen die foto’s rond een thema verzamelen. Ik kreeg een mailtje van de beheerder van de groep ‘Sitting in my Hotel Room’ of ik de foto wou toevoegen aan de groep. Ik nam er eerst een kijkje en vond bijna tweeduizend foto’s genomen door mensen die alleen op hun hotelkamer zaten. Veel van deze foto’s waren op zichzelf hele lelijke, oninteressante foto’s. Je ziet bijvoorbeeld enkel een televisiescherm met daarboven een schilderijtje van een berglandschap of een vanuit een raam gefotografeerd uitzicht over een stad vol wolkenkrabbers. Foto’s die eruit zien alsof je ze al duizend keer gezien hebt, en veel ervan ook nog van een hele slechte kwaliteit.
Maar toch gebeurde er iets magisch, toen ik al deze foto’s bij elkaar zag. Opeens zag ik al die duizenden, miljoenen mensen voor me die elke nacht ergens ter wereld moederziel alleen die nacht doorbrengen in een anoniem hotel, met als enige gezelschap hun digitale camera. Door al deze foto’s bij elkaar te zien werd de treurigheid enorm uitvergroot, want in dit enorme fotoarchief lijkt de wereld enkel te bestaan uit eenzame hotelmensen. Tegelijkertijd heeft het een troostende werking: al die mensen zijn niet alleen, ze komen samen op deze site.
Ik vond nog een groep die aansloot bij dezelfde foto: ‘Bored Leg Cult’. In deze groep vind je voornamelijk foto’s van mensen die overal ter wereld foto’s nemen van hun eigen benen, soms staand, meestal liggend en om duidelijke redenen altijd zonder bovenlijf. Het leuke was dat deze groep de context van dezelfde foto compleet veranderde. Tussen alle hotelfoto’s werd het een treurige foto, maar in deze groep, tussen al die andere van het lijf afgesneden benen, werd hij juist vrolijk en grappig.
Al snel bleek dat ik groepen kon vinden voor bijna al mijn foto’s. Er zijn groepen voor foto’s van honden gefotografeerd als mensen; ergens achter gelaten winkelwagens; etenswaren die zichzelf opeten; poezen met hoedjes; de kleur rood; mensen met aids: je kunt het zo gek niet verzinnen of je hebt er een groep voor. En het gekke is dat elke keer als ik een foto toevoegde de context compleet veranderde. De foto staat niet meer op zichzelf maar behoort tot een reeks. Hoe anders kijk je naar de foto van mijn in een weiland achter gelaten winkelwagen als je hem ziet tussen meer dan duizend foto’s van wagens in woestijnen, zompige slootjes, prachtige stranden of hangend in bomen?
En zo ontstaat er een collectie die een enkele fotograaf nooit had kunnen maken, want wie weet er nu zoveel verlaten winkelwagens te vinden? Een collectie bestaande uit enkel foto’s die misschien wel allemaal zonder al te veel nadenken zijn gemaakt en toch met elkaar iets groters vormen.