
Modder bloeit waar koud en warm elkaar ontmoeten. Reizend door de Amerikaanse zuidweststaat New Mexico – toen adobe alleen nog maar alleen een lokaal bouwsel van in zon gedroogde leem betekende - bereikten we El Santuario de Chimayo, een modder-heiligdom. In een Spaans koloniaal kerkje hebben Indianen een altaar opgericht achter een klein, onpeilbaar gat; zoals Museum De Pont een gat van Anish Kapoor bezit. Met dit verschil: in Chimayo lag er Holy Mud in, geneeskrachtig als het water in Lourdes. Hoe dat zo kwam? In 1810 ontwaarde een Nieuw-Mexicaanse frater oplichtende aarde op een heuvel. Hij ging graven en trof zowaar een crucifix aan, die hij onderbracht in een dorpje verderop, Santa Cruz. Maar tot drie keer toe verdween het daar om toch weer in zijn vertrouwde moddergat op te duiken. De boodschap was duidelijk. Het kruis moest daar blijven. Rondom verrees de kapel. De modder bleek hemels (ofschoon geen Hemelse Modder, een Nederlands chocomousse dessert) en geneeskrachtig. Aan de kerkmuren bewijzen achtergelaten krukken de helende werking van het slijk. Op een mirakel-site lees ik dat een meisje 15 tumoren in haar been genas nadat ze er Holy Mud en eigen speeksel opsmeerde. Ze is nu cellist in een Philharmonisch orkest.

Modder lijkt de katalysator van transformatie. In Vodou-rituelen maak je een pakèt met klei en aarde om gebeurtenissen te beïnvloeden. (Een vijand op een dwaalspoor zetten bijvoorbeeld). Eleggua is een uit leem geboetseerd eivormig kopje met schelpjes als ogen en een punt bovenop. De kwaadaardige Humpty Dumpty maakt deel uit van het Caribische pantheon der Santería en geldt als bewaker van (modderige) kruispunten en bemiddelaar tussen boven- en onderwereld.

Ook in andere oude animistische verhalen komt een, evenwel inferieur, wezen voor dat uit modder werd geschapen. De joodse Kabbala kent de Golem; Hebreeuws voor een zielloze, ongevormde massa. In de 16e eeuw zette de Praagse Rabbi Juda Löw ben Betsabel een aantal Golem-verhalen op schrift. Zeer heilige mensen die dicht bij God kwamen verkregen de wijsheid en macht om leven te scheppen. Maar wat zij uit modder konden maken, bleef een schaduw van Diens Schepping. Hun modderfiguur Golem kon namelijk niet spreken. In latere literaire versies is het de Praagse rabbi Löw zelf die een Golem schept uit de modder aan de oevers van de Moldau. Het wezen zou arme mensen helpen, eigenlijk zoals de oer-robot die de eveneens Tsjechische Karel Čapek bedacht. Dat liep natuurlijk slecht af. Vandaar de jiddische wijsheid "olem golem": de mens is de golem; de mens is een machine. Oftewel: de wereld is een kwade plaats. In de laatste postmoderne, posthistorische, postreligieuze incarnatie is Golem een kwaadaardig schildpad-figuurtje uit het Japanse Pokémon-spel.
