239 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

239 Things

Om dit meesterwerk in zijn oorspronkelijke vorm te scheppen beweegt de geest sneller dan de pen: items, doorgekruiste woorden, spelfouten, opnieuw opgeschreven gedachten, vraagtekens, lijsten binnen lijsten, omcirkelde woorden, bulletpoints, en afgevinkte items verspreiden zich over de pagina. De marges, het einde van de lijst, en de ruimte tussen de regels bieden de mogelijkheid om informatie toe te voegen dat het brein eerder niet bij kon houden of die het gewoonweg was vergeten. Soms worden deze secundaire ingevingen in een andere kleur geschreven als er een andere pen moet worden bijgehaald.

Het gaat de maker niet om het ontwerpen van hun gedachten maar juist om het maken van een tastbare visuele ordening ervan. De achterkant van een briefkaart, een oude envelop, wat kladpapier, een smartphone, een bewaard e-mail concept, een treinkaartje, of een post-it brief worden het canvas waarop de montage van het brein wordt geprojecteerd.

Lijsten maken komt overal voor maar is tegelijkertijd een totaal individualistische activiteit. Aan het opschrijven van een lijst hangt een gevoel van urgentie: onderweg of tussen twee taken in worden items toegevoegd. Misschien ligt het aan de omvang van deze druk dat gangbare schrijfstijlen worden genegeerd. De gedrukte lijnen op het papier worden misbruikt, woorden worden erover heen gekerfd in plaats van netjes binnen de lijnen, stokletters worden gedempt terwijl de staarten overdreven worden, marges gelden niet meer als een no-go area voor tekst maar zijn juist een plek gevuld met woorden, bijkomende ideeën, cijfers, schetsen, en vraagtekens.

In een moment van rust kan ervoor gekozen worden deze gedachtes in betere vorm of volgorde plaatsen, mogelijk op volgorde van prioriteit of op alfabet. Dit is iets wat later gedaan kan worden. Soms is het nodig de lijst in zijn geheel opnieuw te formuleren, bijvoorbeeld om het voor anderen verstaanbaar te maken. Op dit moment kan design een rol beginnen te spelen: kleurcodering, selectie van lettertype, grootte van marges, lengte van lijnen.

Er bestaat een onbesproken hiërarchie binnen de verschillende vormen van lijsten die voorkomen in onze dagelijks leven. Vertrektijdlijsten, boodschappenlijsten, cadeaulijsten, haatlijsten, wenslijsten, ledenlijsten, menu-van-de-daglijsten, inhoudsopgaven, registers, voorraadlijsten, ontbrekende lijsten, menu’s en gastenlijsten. Verschillende lijstvormen worden uitgevoerd met hun bijpassende bekende en vertrouwde vorm. Registers worden op alfabet gesorteerd, boodschappenlijsten op wat men onthoudt, vertrektijden op chronologische volgorde, enzovoorts.

Wanneer een lijst gevonden wordt door een ander dan de maker worden mogelijk verschillende aspecten ervan onderzocht. De grafoloog lijkt naar de ruimte tussen de regels, de rondingen of de krullen van de letters, de grootte van de hoofdletters, de marges om de tekst heen en de helling van het handschrift. De kunstenaar droomt van het verhaal wat de lijst vooraf ging en hoe het verder gaat. De nieuwsgierige kijkt om zich heen om de eigenaar te ontdekken. Anderen zijn niet geïnteresseerd.

Wanneer een individu grote talenten of kwaliteiten heeft getoond wordt de inhoud van een lijst die zij gemaakt hebben van waarde voor anderen. Het leven van grote wetenschappers, musici, acteurs, schrijvers en ontwerpers worden ontleedt door het publiceren van hun dagboeken en schriften. Zowel de inhoud van hun huis als de inhoud van hun geest wordt tentoongesteld. Persoonlijke informatie, slordig over de pagina heen gekrabbeld, vol met veranderingen en fouten, zouden inzicht geven op een gemoedstoestand. Ineens onthult een boodschappenlijst de geheimen van een levensstijl, een ongeziene kant van het karakter.

Deze informatie, analyse, formaat, of verhaal is niet van belang voor de auteurs—zij zijn enkel geïnteresseerd in de inhoud. Hun document wordt geplaagd door encryptie en codering, verschillende manieren van aftekenen, aankruisen, doorkruisen, en omcirkelen. Alleen een paar items zijn genummerd waar een poging tot het stellen van prioriteiten wordt gedaan. Sommige gaan gepaard met een datum voor deadlines of einddata waardoor hun belang benadrukt wordt, een tikkende herinnering. Deze tegenstellingen hoeven voor anderen niet begrijpbaar te zijn.

Een gemaakte lijst zit triomfantelijk bovenop de stapel belangrijke papieren. Het is veelzijdig en kan gebruikt worden als bladwijzer, coaster, een ruimte om op te schetsen; het siert met belangrijke dingen, dingen om niet te vergeten, en notities. De lijst gaat met zijn tijd mee. Elke stempel op deze creatie maakt onderdeel uit van zijn bestaan. Door de vouwen in het papier ontstaan plooien tussen de ongebruikte lege regels: zij gaan de strijd aan met de gedachtesdie er overheen geschreven staan. Een nieuwe dimensie wordt aan de vorm toegevoegd waar de auteur de hoeken van het papier heen en weer tussen de vingers heeft gerold.

Een lijst door Charles Darwin

Aan het hoogtepunt van zijn bruikbaarheid houdt de lijst gezag over zijn schepper: de onafgevinkte items staren de auteur terug en laten hem schuldig voelen voor dat wat nog niet is volbracht. Een wederzijdse weerzin begint te ontstaan en andere lijsten maken hun intrede. Voordat de lijst zijn piek heeft bereikt belandt hij aan de bodem van een tas, op de vloer van de supermarkt, bedekt met kruimels in de kier van de bank, verfrommelt in de boodschappenmand, tussen de laatste pagina’s van een boek, in de papierversnipperaar, aan de achterkant van een andere lijst, gepropt onder een wankele tafelpoot, onder een tekening, op de stoep, hulpeloos in de prullenbak naast de envelop die niet gekozen werd of naast een lijst waarvan de meeste items wel heel efficiënt zijn doorgestreept.

Als de kleine kans zich voordoet dat de lijst opnieuw ontdekt wordt door zijn schepper ervaren zij mogelijk opnieuw het gevoel van tevredenheid dat ontstaat bij het afvinken van meerdere items op de lijst. Het eenduidig gebaar van het tekenen van een streep of het flikken van een vinkje verhoogt het bereiken van voltooiing.

Ze waren streng, maar liefdevol. Met eten kwam hij nooit te kort. Al was het zelden lekker. Hij deed er zo lang over om zijn bord leeg te krijgen, dat de laatste happen meestal koud waren. Bij het op straat spelen vonden geen noemenswaardige voorvallen plaats. Op zijn rapporten kwam zo nu en dan een onvoldoende voor. Het liep gesmeerd. Er was maar een ding dat hem zorgen baarde. Zorgen baren is te sterk uitgedrukt, iets dat hem opviel. Ergens moest een foutje zijn ingeslopen. Iets waar hij geen vat op had. Geen vloek die op hem rustte, maar zeker ook geen zegen.

Klassen werden regelmatig door de leerkracht in een rij opgesteld. Een rij was de meest overzichtelijke manier om een groep te vervoeren van A naar B. Van het klaslokaal naar het schoolplein als het speelkwartier was, over straat naar het zwembad als het schoolzwemmen was. In de rij staan was leuk, dan stond er iets te gebeuren, iets anders tenminste dan in de schoolbank zitten. Maar niet altijd kondigde de rij iets plezierigs aan. Als de klas op een ongebruikelijk tijdstip in de rij werd gezet, kon je er donder op zeggen dat aan het eind van een lange gang iemand in een witte jas stond te wachten met een injectienaald. Of beneden in het kamertje van het hoofd had de schooltandarts zijn intrek genomen. En of de duvel ermee speelde, altijd was hij de eerste die naar voren moest komen. Om zijn arm te ontbloten, zijn mond open te sperren. Het duurde even voordat hij het in de gaten kreeg. Toen nog even voor hij bedacht dat er misschien iets mis met hem was dat het lot hem steeds als eerste aanwees.

Hij begon er thuis over, boven een van de borden die maar niet leeg wilden. Zijn vader nam hem apart, op zich al een veeg teken. Het was zeker iets uit de wereld der volwassenen. Iets waarvan de reikwijdte moeilijk te overzien was.

"Duizenden jaren geleden en niet eens in ons eigen land, heeft iemand het alfabet bedacht. Hoe dat precies in zijn werk ging weten we niet, maar uiteindelijk is het er op uitgedraaid dat de letter A vooraan is komen te staan. En zo is het gebleven. Denk niet dat de A ooit naar een andere plek in het alfabet zal verhuizen. Er staan niet veel dingen vast, maar dat wel. Net zoals de A ook de eerste letter blijft van Aarsman. Daarom staat een Aarsman in rijen vaak vooraan. Tenminste als de rij in alfabetische volgorde wordt opgesteld. Natuurlijk zijn er wel meer namen die met een A beginnen. Maar hoeveel zijn er waarvan de tweede letter ook een A is? Daarom worden Aarsmannen bijna altijd als eerste naar voren geroepen. Het pakt wel eens verkeerd uit, maar vaak is het juist handig om de eerste te zijn. Wanneer er iets leuks gaat gebeuren, sta jij ook vooraan. Als Sinterklaas op school komt en jullie worden naar voren geroepen voor de kadootjes. Bijvoorbeeld."

Vader zag de rimpels die zich vormden op het voorhoofd van zijn zoon.

"Het is even door de zure appel heenbijten, maar je zult zien, op den duur wil je niet anders dan overal de eerste zijn. Waarom denk je dat er spreekwoorden bestaan als: "De eerste klap is een daalder waard." En wat dacht je van: "Stel niet uit tot morgen wat ge heden nog kunt doen?"

Haalt je de koekoek, dacht Hans Aarsman. Die naam kwám van zijn vader. Die kon niet anders dan roepen hoe fijn het was om zo te heten. Maar, inderdaad, als er iets leuks stond te gebeuren, waren de Aarsmannen in het voordeel.

"De eerste klap is een daalder waard." En: "Stel niet uit tot morgen wat ge heden nog kunt doen." Hij herkauwde die spreekwoorden, hij proefde ze, ze lagen op zijn lippen. Mooi waren ze, en handig, als je het even niet wist. Hij zocht er nieuwe bij: "Wie het eerste komt die het eerste maalt." Er waren erbij die speciaal gemaakt leken voor jongetjes die tegen hun wil vooraan moesten staan. Maar vreemd genoeg, op zijn speurtocht naar nieuwe, kwam hij er ook tegen die juist het tegendeel beweerden. Daar had je: "Haastige spoed is zelden goed." En: "De eersten zullen de laatsten zijn." Je kon er eigenlijk alle kanten mee op, met die spreekwoorden. "Hardlopers zijn doodlopers."

De spreekwoorden waren elkaar nog aan het tegenspreken, toen op een avond niet hij maar zijn broer de laatste was die z'n bord leeg had. Hij merkte het omdat de laatste hap die in zijn mond verdween, niet koud was zoals gebruikelijk, maar lauw. Zonder er echt toe besloten te hebben, begon hij het tempo verder op te voeren. Al gauw had hij als eerste zijn bordje leeg. Voor het eerst zag hij de voordelen van opschieten. Als iets toch moest gebeuren, dan net zo lief onmiddellijk. Was hij er meteen vanaf. Je kon het ook zo bekijken: stonden zijn klasgenoten nog in de rij te trillen, dan had hij zijn injectie al gehad. Als de anderen nog overhoord moest worden, kon hij al achterover leunen. Sneller dan hij zelf voor mogelijk had gehouden was hij eraan gewend geraakt om een Aarsman te zijn, met die dubbele AA.

En toen draaide het zich om. Hij merkte hoe hij zenuwachtig werd als hij per ongeluk een keer niet vooraan stond bij de prikken en de tandarts. Van school was hij nog niet thuis of hij dook achter zijn huiswerk. Zijn bord schrokte hij leeg. Bij alles dacht hij, als het toch moet gebeuren, dan maar meteen. En zo raffelt hij, nog steeds, zowel de leuke als de nare dingen, in een noodtempo af. Een verjaardagspartijtje? Niet te lang blijven hangen. "Visite en vis blijft maar even fris." Valt er een rekening of een formulier in de bus, Hans Aarsman vult ze nog diezelfde avond in en gooit ze op een holletje in de brievenbus. Als eerste in het hele land klaar met zijn belastingaangifte. Op de eerste van de maand de huur overgemaakt. Nooit schulden. Zijn naam staat op menige lijst bij menige instantie, bovenaan. Als er iets georganiseerd wordt, komen de organisatoren Hans Aarsman het eerst tegen. Wie kan nog om die man heen? Geen groepsmanifestatie of zijn naam staat weer boven aan de uitnodiging. En zo kon het gebeuren dat ik ook hier mijn zegje mag doen. Dat is één. Maar er is nog iets met die achternaam.

Het was in het biologielokaal. De eerste jaren van de middelbare school waren ze in de weer geweest met zichzelf. De bloedsomloop van de mens, de spijsvertering, het zenuwgestel. Toen daalden ze af naar andere zoogdieren, van groot naar klein, van de walvis tot de mol. En toen kwamen de koudbloedigen, de kikkers en de krokodillen. Hij zal zestien zijn geweest toen de kleinere meercellige organismen aan de beurt kwamen. En meteen daarna als laatste: de parasieten. Organismen die het niet alleen afkonden, die een groter wezen nodig hadden om te overleven. Dat mocht een plant zijn, een beest en ook de mens. Ze kropen naar binnen, zetten het daar op een eten en legden hun eieren. Spoelwormen, lintwormen, mijnwormen. Hoe ze van varkens op de mens sprongen en weer terug. Stuk voor stuk kwamen ze op het bord te staan, met een tekening erbij. Zijn gedachten waren al aan het afdwalen -het was nogal een waslijst- toen een gejoel hem wakker schudde. De lerares had een beestje op het bord getekend. Een maanvormig staafje. Zaten er haartjes aan? Hij herinnert zich het niet meer, wel weet hij nog goed wat ze eronder had geschreven: Aarsmade. Het gejoel was oorverdovend, en men wees erbij: naar hem. Wat voor beest de aarsmade precies is weet hij nog steeds niet. Toen de lerares begreep wat de oorzaak was van de consternatie, pakte ze een borstel en veegde resoluut haar tekening weg. Er is verder geen woord aan de aarsmade vuil gemaakt. Door haar tenminste. Zijn klasgenoten hebben zich nog enige weken vermaakt met het bedenken van varianten op zijn achternaam. Wat kan de natuur een bron van inspiratie zijn. Verzin er zelf ook een paar, zo moeilijk is het niet. Toendertijd hadden de bedenkers van Reetvent en Kontkerel het meeste succes. Niet reageren hield hij zichzelf voor, en hij hield vol. Tot vele weken later de Amerikenen in Vietnam met napalm begonnen te gooien, mens, plant en dier werden platgebrand. De gemoederen op school werden daardoor zo in beslag genomen dat het beestje en zijn ongelukkige naamverwant in de vergetelheid raakten. Hij was nog even bang dat de aarsmade in de proefwerkweek zou opduiken. Stel dat een van de vragen was: Noem drie parasieten van de mens? Maar de biologielerares liep met een grote boog om alle vragen heen waarop het antwoord dat maanvormige staafje, met of zonder haartjes zou kunnen zijn.

Tegenwoordig hoor ik nog wel eens een nauwelijks hoorbaar gniffeltje als ik een instantie aan de lijn heb, of ik zie een mondhoekje optrekken aan de andere kant van een balie. Met als uitschieter die keer dat ik de verdwijning van een fiets opgaf. De dienstdoende politie-agent trok een gezicht alsof hij mij een welgemeend advies gaf:

"Dat ze u nooit hebben verteld dat iedere Nederlandse burger zijn naam voor een luttel bedrag kan laten veranderen. Als het een rare naam is zelfs voor niets."

Maar daar begin ik niet aan. Boven mij en onder mij staan de andere Aarsmannen in het telefoonboek. Moet ik die in de steek laten? Ik ken ze allemaal. Ze stammen af van mijn grootvader. Tot voor kort tenminste. In de jaren tachtig heeft er een kleine volksverhuizing plaatsgevonden. Tientallen Aarsmannen van buiten Amsterdam trokken naar de stad en namen een telefoonaansluiting. Die hadden ook het voordeel van de alfabetische volgorde ingezien.

Enkele maanden geleden las ik in de krant dat ene Olga Aarsman mee had gedaan aan de miss Ajax verkiezingen. Ze is geen nichtje van me en ze won niet.

Tags: taal, alfabet
Related: Families