239 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

239 Things

Brahmanen en deelnemers aan een "Râmlila"(godsdienstig spel) der Britsch Indiërs in Suriname. Uitgave Zendingsgen. Evang. Broedergemeente - Zeist

Haarnack, in Suriname geboren maar in Nederland getogen, beheert zijn collectie vanuit de zesde verdieping van een chique appartementencomplex in het oosten van de stad met uitzicht op wat ooit het havengebeid was. Dit is waar ik en Nahuel Blaton, mijn collega antropoloog in de kunst, voor het eerst in aanraking kwamen met de muffige geur van de duizenden zeldzame boeken, de meer gangbare publicaties en de massaal geproduceerde ansichtkaarten; een stille lapidarium gewijd aan alles wat te maken heeft met Suriname.

Kapperswinkel. No. 126 Uitgevers Kersten & Co, Paramaribo

Toen Nahuel Blaton en ik we onze eerste bezoek brachten aan Haarnack’s collectie, oftewel de natte droom van de bibliofiel, was het vooral zijn fantastische verzameling ansichtkaarten die ons opviel en ons de inspiratie gaf voor een gezamenlijke tentoonstelling. We bladerde door allerlei gefotografeerde onderwerpen: villa’s, infrastructuur, gebouwen in Paramaribo, stadgezichten, de haven van Paramaribo, kerken, schijnbaar nonchalante straatscènes, maar ook exotische vruchten en landbouwproducten. Wat ons echter het meest boeide waren de afbeeldingen van mensen. Deze waren meestal netjes onderverdeeld in etnische en sociale groepen; zo zag je ‘Indianen’, ‘Bosne(e)gers’, ‘Stadscre(o)olen’, ‘Britse Indiërs’, ‘Hindo(e)stanen’ (minder correcy bekend als: ‘Koelies’), Javanen en Chinezen.

Paramaribo. Een Neger jongen No. 2 3de Serie,. Uitg. Bromet & Co., Paramaribo

Veel van deze ansichtkaarten zijn ondertekend door ene Eugen Klein. De in 1869 in Mannheim geboren Klein verhuisde in 1890 naar Suriname om daar een professionele fotostudio te beginnen. Zo’n dertig jaar lang, tot hij in 1927 in Paramaribo overleed, was hij de meest actieve fotograaf van alles in Suriname, met zijn meest productieve periode tussen 1900 en 1905. Zijn weduwe, Louisa Schrader, en haar kinderen gingen door met de fotostudio aan de Domineestraat C35, op de hoek van Vaillanstplein in Paramaribo, tot aan de Tweede Wereldoorlog.

Een aantal van zijn foto’s zijn gemaakt in opdracht van de grootste evangelische broedergemeenschap in Suriname: de zogenaamde Herrnhutter broedergemeenschap, genoemd naar hun eerste kolonie, Herrnhut (‘unter des Herrn Hut’—onder bescherming van de heer) in Saxon, Duitsland. De rol van de Herrnhutter’s in Suriname was tweezijdig.

148. Voorname Br. Indiërs. Uitgevers: C. Kersten & Co. Paramaribo

Aan de ene kant voerde zij een ongetwijfeld welwillend programma uit van onderwijs en alfabetisering ten goede van de sociaal-economische vooruitgang in het ondoordringbare binnenland van Suriname. Aan de andere kant speelde zij ook een grote rol in de ‘pacificering’ van de ‘heidense’ bevolking.Dit werd, zoals typerend voor de religieuze zeitgeist, vooral geuit door de strijd tegen ‘immoreel’ samenleven, de nadruk op arbeidsethos en op het volgen van een sedentaire levensstijl. Van grootst belang was, natuurlijk, de bekering van de verschillende groepen Bosnegers en Indianen. Het is aannemelijk dat Klein door de Hernhutter broedergemeenschap in Suriname als onderdeel van een politiek agenda werd ingezet om de koloniale autoriteiten en de geldstrekkers in Europa te overtuigen van hun succes en van de noodzaak van hun aanwezigheid.

Suriname. Jong Volk. Eigendom Eugen Klein, Paramaribo No. 189 (cancelled 15-12-1911)

Kijkend naar de letterlijk honderden portretten en groepsportretten werden we er langzaam van bewust dat we naarhet gefragmenteerd beeld keken van een bevolking in het stadium van voordat het de natie zouden worden van vandaag.

Raswantia, Britsch Indische in gala. Eigendom van Eugen Klein, Paramaribo No. 175 (cancelled 23-7-1910)

Het maken van foto’s werd makkelijker door de introductie van fotofilm in 1871, waardoor het zelfs in het tropische klimaat van deze Nederlandse kolonie een relatief eenvoudige bezigheid werd. De steeds groeiende economische en politieke belangen gecombineerd met de steeds hogere frequentie bezoekende, wonende, en werkende Nederlanders zou uiteindelijk leiden tot een onvermijdelijke explosie in de ansichtkaartenindustrie. Vrienden en familie konden nu visuele documentatie ontvangen van de exotische verre landen waar de verzenders verbleven. Massaal geproduceerd en verspreid, waren deze kartonnen plaatjes bedoeld voor de blanke, stedelijke burgerij in het Vaderland.

: Suriname. Indiaansche Kamp (de Cassave plant bereidende). No. 18 3de Serie. Utg. Bromet & Co. Paramaribo (cancelled 13-1-1902)

Geen onderwerp was populairder dan de exotiseerdeen geërotiseerde volkeren die dit afgelegen deel van het koloniale rijk bevolkten. Tegelijkertijd zijn deze, ethisch gezien, de meest problematische. Want in de praktijk komt men allerlei vormen van onderwerping tegen, te zien in de houdingen die de gefotografeerde nemen, maar ook in de overbodige bijschriften die ze beschrijven. “Vier generaties Indianenvrouwen”, “Chinese man met zijn Creool vrouw”, “Koelie in Paramaribo”, “Groep bosnegers”, “Creool schoonheid”.

Suriname. Hindoepriesters. Uitgave Zendingsgen. der Evang. Broedergemeente – Zeist

Alle individualiteit wordt ontkent door deze bijschriften zodat elk individu enkel nog als voorbeeld dient voor de categorie waartoe hij behoort. Vaak zijn subtiel op de achtergronden weelderige bossen te zien die een omgeving van maagdelijk oorspronkelijkheid suggereren, en daarmee impliciet het primitivisme van het onderwerp. De voorwerpen die ze dragen en vasthouden –kalebassen, pijlen, bogen, veren—zijn in zoverre stereotiep dat het niet zou verbazen als deze door de fotograaf zelf in scene zijn gezet.

De kracht van deze briefkaarten ligt mogelijk in het gevoel van vervreemding die deze portretten oproepen. Een gevoel van vervreemding dat ergens te vinden is tussen hetduidelijk verleden dat hier wordt uitgebeeld en het paradoxale besef dat dit verre verleden in feite onaangenaam dichtbij ligt.

Deze documenten van verbijsterende duidelijkheid uit een niet-zo-ver verleden getuigen van de fotografische gewoontes van productie, verspreiding, en consumptie die ertoe leidden dat grote delen van de wereldbevolking gereduceerd werden tot geobjectiveerde etnografische exhibities.
Bok Lokrodimedjo (Javaansche). Eigendom Eugen Klein, Paramaribo No. 185

In de context van onze hedendaagse politiek correcte maatschappij waarin wij op beleefde wijze verontwaardigd zijn over een geschiedenis wat, in alle eerlijkheid, onze erfenis is worden wij terecht verontrust en in verlegenheid gebracht door deze afbeeldingen. In het publieke discours zowel als op individueel niveau hebben wij nog altijd te maken met dit onaangenaam verleden. Daarbij zouden we, indien we niet opletten, mogelijk door de toekomstige generaties alsnog worden gezien als medeplichtig in de consumptie van beelden die de mondiale politiek van uitbuiting en ondrukking ten grondslag liggen.

Laten we dus dankbaar zijn voor de individuen en de instituties die zich wijden aan het behoud van materiaal uit voormalige kolonies, andere denkwijzen en vroegere tijden. Ik zou iedereen aanraden zich aan te melden voor de blog van Buku over boeken en andere eclectica. Het enthousiasme van meneer Haarnack voor alles Surinaams zal even besmettelijk blijken als voor ons, antropologen in de kunst.

www.buku.nl

Suriname. Drie ferme jongens! Typen uit het Boschland. Uitgevers: C. Kersten & Co. Paramaribo (cancelled 8-5-1928)

Van het schilderij 'Nachtlicht: maakte Art Unlimited een ansichtkaart, die goed verkocht. Philips had hier echter grote bezwaren tegen en stelde pogingen in het werk deze kaart uit de handel te nemen. De volgende advocatencorrespondentie gaat over het al dan niet onrechtmatig clichégebruik.

Mr. M.J.M. van Kaam, Brief aan Mr. PR.M. van der Kroft
Philips International B.V. Corporate Patterns and Trademarks Eindhoven, 14.10.1987
Betreft: Philips schildembleem

Geachte Heer Van der Kroft,

(...) Met betrekking tot het Philips schildembleem beschikt Philips ondermeer over twee rechtsgeldige merkinschrijvingen in de Benelux. (...) Genoemde merkinschrijvingen omvatten beide onder andere klasse 16 waartoe ook de onderhavige ansichtkaarten behoren.
Op grond van de uit bovengenoemde merkinschrijvingen voortvloeiende rechten welke teruggaan tot 1938 en gegeven het feit dat de Philips huismerken wereldwijd een zeer grote bekendheid en goede reputatie genieten, zijn wij van mening dat Philips zich met recht en reden kan verzetten tegen de wijze waarop uw cliënte gebruik maakt van het Philips schildembleem. (...)
Wij constateren dat in casu uw cliënte, zonder daarbij toestemming te hebben verkregen van Philips, ansichtkaarten verkoopt waarop het Philips schildembleem wordt afgebeeld en aldus profiteert van de wervingskracht van dit merk. Derhalve maakt uw cliënte gebruik van het Philips schildembleem met betrekking tot de eigen waar alsmede ter bevordering van de afzet van die waar (...). Voorts merken wij op dat uw opvatting dat naast wetenschappelijk en informatief gebruik ook artistiek gebruik een geldige reden (...) zou opleveren, ons niet juist voorkomt. (...)
Op grond van het bovenstaande zijn wij van mening dat uw cliënte het gewraakte gebruik van het Philips schildembleem dient te staken. (...)
Overigens vertrouwen wij erop dat u begrip heeft voor ons standpunt. Een concern als Philips dient te allen tijde te voorkomen dat haar huismerken in hun primaire functie van onderscheidingsteken aangetast zouden kunnen worden.

Mr. PR.M, van der Kroft, Brief aan Mr. M.J.M. van Kaam, 23.10.1987

(...) Vanzelfsprekend heeft mijn cliënte er begrip voor, dat Philips in principe steeds optreedt tegen ieder gebruik dat zij ervaart als merkbreuk. De vraag, die ons verdeeld houdt is of dat in casu terecht geschiedt. (...)
Het is mij bekend, dat Philips een veelvoud van goederen produceert en verhandelt binnen de Benelux. Mij is echter niet bekend, dat Philips drukwerken en meer in het bijzonder ansichtkaarten verkoopt, zodat ik mij te dier zake moet beroepen op non-usus in de betreffende warenklasse. Naar mijn mening gebruikt mijn cliënte het merk niet ter aanduiding van haar onderneming of ter bevordering van de afzet van haar eigen handelswaren. (...)
Het betreft hier een kunstwerk van een derde, door mijn cliënte in ansichtkaart uitgegeven. (...)
Door neutraal en niet grievend gebruik van het Philips-embleem vergelijk ik deze kaart eerder met het gebruik van beeld of woord Philips in een literaire uitgave, waartegen u evenmin optreedt, zolang dit niet geschiedt op grievende wijze.
Hoe interessant ,deze kwestie theoretisch ook moge zijn - en ik blijf nieuwsgierig naar uw oordeel omtrent het voorgaande, meen ik, dat wij er verstandiger aan doen een praktische oplossing te kiezen. Ik begreep van mijn cliënte, dat het om een zeer kleine oplage gaat. Ik zal haar vragen een voorstel uit te werken en hoop u dat spoedig te kunnen presenteren.

Mr.PR.M. van der Kroft, Brief aan Art Unlimited, 23.10.1987

(...) Ik hoop de discussie enigszins te kunnen rekken, totdat jouw oplage is uitverkocht. Kan je mij aangeven hoelang dit nog duurt? Daarna zullen wij mr. Van Kaam plechtig beloven geen herdrukken meer te maken, tegenover de toezegging dat de kunstenaar het werk vrijelijk mag exposeren en opnemen in tentoonstellingscatalogi.

Ik weet nog uit mijn vroege jeugdjaren dat we van onze buren een ansichtkaart ontvingen. Ze waren op vakantie in Limburg. ‘H. gr. Fam. Brinkman’ stond op de linkerhelft van de kaart. Waarom nou alleen maar die afkorting? vroeg ik mij verbaasd af. Er bleef nog zoveel wit op die kaart over. Mijn moeder was ondanks dat vele wit blij met deze groet per post, herinner ik me.

Dit is het wezen van een ansicht: het is een gebaar van presentie. De ansicht kan een bericht bevatten dat bijna leeg is, dat niet verder komt dan een zender die laat weten: ‘ik ben er’ of ‘ik denk aan je’.

Vanaf mijn studietijd heb ik gestaag een aardige collectie ansichtkaarten opgebouwd. Bij elkaar ongeveer drie schoenendozen vol. Thematisch zit er geen enkele lijn in. Er zitten van die prototypische ‘hartelijk gefeliciteerd’ kaarten bij. Op zo’n kaart bestemd voor een jarige man staan uitgestald: een scheerkwast, een bierpul, sigaren, een miniatuurautootje en een lullig bloemstuk. Op een ansicht voor een jarige vrouw staan een cyclaam, een mixer, een kandelaar, een naaimachine en nog wat huishoudelijke apparatuur. Het zijn stillevens uit de vijftiger jaren, ze worden steeds zeldzamer.

Ik heb Turkse en Italiaanse kaarten, en tal van kunstkaarten uit het Kröller-Müller, het Prado en andere musea. Vanaf 1993 kwamen de ‘Free Boomerang kaarten’ op de markt, die in cafés gratis uit de kaartenmolen geplukt kunnen worden. Daar zitten hele sterke bij. Bijvoorbeeld één metde kreet ‘Dipje?’ met een bedrukte puber, op een witte klapstoel in zijn kalestudeerkamer. Of eenkaart met een uit de lucht vallende man en de woorden ‘Ever considered aerotherapy?’ Bij Boomerang lijkt er wel voor iedere stem of idee een kaartje ontworpen.

Vaak kijk ik een stapeltje kaarten door als ik mezelf op andere gedachten of in een andere stemming wil brengen. Mijn onbeschreven ansichtkaarten zijn nog niet aan iemand gericht en hoeven in principe ook nooit aan iemand te worden gestuurd. Het zijn ook afbeeldingen enverbeeldingen die op zichzelf staan.

In zijn boek La Carte Postale: De Socrate à Freud et au-delà gaat de Franse filosoof Jacques Derrida nog een stap verder.[1] In de Bodleian bibliotheek in Oxford vindt hij een ansichtkaart waarop Plato en Socrates staan afgebeeld. Deze kaart fascineert hem omdat de betekenis van de kaart noch samenvalt met haar afbeelding noch met de tekst op de achterzijde of met haar boodschap. Ze is een gebaar, een impuls, een zending, ‘un envoi’ in het Frans. Ze neemt een vlucht en vindt daarin haar kracht. Elke brief heeft een zekere inhoud; de ansichtkaart heeft dat totaal niet nodig.

Derrida oppert dat een filosofische tekst als een ansichtkaart is. Plato’s dialogen, waarin Socrates telkens de hoodrolspeler is, behoren tot de meeste beroemde teksten in de geschiedenis van de filosofie. Volgens Derrida kunnen zij worden beschouwd als een serie ansichten die de geschiedenis zijn ingestuurd. Derrida vraagt zich af hoe Freud 2500 jaar na dato Plato’s ansichten heeft ontvangen. Hoe las Freud ze?

Zijn stelling is dat de ontvanger van een ansichtkaart nooit weet waarom hij die kaart krijgt, maar vooraf ook nooit weet waarom hij nu juist de kaart ontvangt. Precies daarom verzet de ansichtkaart zich tegen de logica van de waarom-vraag, de logica waarvan Socrates en Plato de grondleggers zijn.

Ik heb ansichtkaarten die ik nooit zou wegsturen. Een aquarel met pentekening van Marlene Dumas in kaartvorm, getiteld ‘On his back’ uit 1989 bijvoorbeeld.Na het zien van een tentoonstelling van Dumas in het Centre Pompidou in Parijs, eind 2001, kocht ik deze ansicht. Telkens als ik er naar keek werd ik rustig, het leek alsof mijn toen bijna eenjarige zoon hier werd weergegeven. Deze ansichtkaart heeft therapeutische waarde voor mij gehad en zal ik voor altijd blijven koesteren.

Dat ik een Dumas-in-kaartvorm kies is geen toeval. Juist zij heeft vaak verteld dat ze foto’s en plaatjes gebruikt als basis voor haar werk. Interpreteren, het verklaren van beelden naar innerlijke bedoeling(en) ziet zij als zaken die in elkaar overlopen.

Waarnemen en betekenis geven; we kunnen het niet laten om onder woorden te brengen wat we zien. Door haarzelf in een interview heel zinnelijk samengevat: ‘Woorden en beelden drinken uit dezelfde beker en onze oren zitten naast onze ogen’.[2]

De dichter Rutger Kopland schijnt een grote collectie ansichtkaarten te bezitten. In zijn dichtbundels zijn verschillendegedichten aan het mijmeren bij het zien van ansichten gewijd. Deze heet ‘Het kiezen van een ansichtkaart’:[3]

Op de ansichtkaart staan een paar mannen
ze spelen pétanque onder een plataan
aan hun voeten de kogels die ze hebben gegooid
ze hebben het spel stilgelegd en denken na
ze staan in een kring met hun hoofden gebogen
over wat daar ligt
er ligt een probleem
zo hebben hun kogels nog nooit gelegen
ik kan blijven kijken naar deze kaart
het zal bijna avond zijn, de schaduwen
zijn al lang, het einde van een warme dag
en terwijl er daar niets beweegt
groeit onzichtbaar langzaam een vraag
de vraag: wat nu
ik zou je deze kaart graag willen toesturen.
  1. Derrida, Jacques, La Carte Postale: De Socrate à Freud et au-delà, Paris Flammarion, 1980.
  2. Miss Interpreted. Marlene Dumas. Eindhoven Van Abbemuseum, 1992.
  3. Over het verlangen naar een sigaret. Rutger Kopland, Amsterdam Van Oorschot, 2001.
James, Jennifer en Georgina, het boek

foto Joris Landman

James, Jennifer en Georgina, het boek

foto Joris Landman

James, Jennifer en Georgina, het boek

foto Joris Landman

James, Jennifer en Georgina, het boek

foto Joris Landman

The mother takes father on a trip. Their daughter Georgina stays behind with the nannies that are going to take care of her. The mother sends her daughter a postcard every day.

'It's proof of her love and her absence. 'And every day we were apart I wrote to her.' (The mother)
'I have come back to the family.' (The father.)
'The drinking stopped and so did the postcards.' (The daughter.)

210 of the 1136 post cards were selected and printed in a thick book, the front and backsides matching and the written messages on the cards printed in block letters so that they're easier to read. A bright yellow, sun yellow book, thicker than a phone book, so thick the spine needs three folds to properly open. The book tells their story. The Beginning. This time over, James and Jennifer wanted to stay together.

Even when Georgina was born and the father kept on drinking heavily. The doctor warned him that he wouldn't have much more than two years left if he stuck to his drinking habits. Rehab didn't help. Jennifer discovered James hardly drank when they were travelling and decided to take as many trips together as possible, in an attempt 'to dry him out'.

The first trip begins October 25, 1989 and the card reads: 'Qui (we) love you more than Paris.' Georgina is 79 days old by then. On August 8, 1990, a day after Georgina's birthday, Jennifer writes: 'Over the Atlantic Ocean en route to Boston. My darling 1 year 1 day. The dots at the side the stamp are the spots of color used. I do wonder if you will like stamps. Mentioning dots reminds me of kites which are dots in the sky; a tug-of-war with the wind. Love Mumm.'

November 16 marks the last post card of that year, which means the family will spend Christmas and New Year's together. Thank God!

August 7, 1991: ‘We’re here and you’re there which is a terrible situation on the occasion. We have spent the day with Jill and that was jolly good. We laughed because we were with you on the 21st! These fellows threw the British out in 1775 just before the Boston Teaparty. Not like your birthday, a bit rougher. Love Dad and Mumm.’ The card has a picture of the statue of The Minute Man, lead gray against a bright blue sky.

How strange it feels to read the father's vile words towards the mother during this anti-alcohol journey: 'Mumm has swallowed so many pills that she rattles when she walks.' Other than that there are messages about the different kinds of champagnes, descriptions of celebrating Left Hand Day in the US, delays and bad behaviour, and on March 17 there is a little drawing of a hunting daddy: 'We are very sad that you have measles and a high fever - all these awful childhood diseases one has to muddle through in growing up. The good news is that the tiles were laid today in your bedroom and the bath is in situ in your bathroom.'

Later: Daddy has been brilliant. His French is so good the natives want to claim him.' And later this lamentation: 'To be queen and live with such paintings.'

Except for a few, the cards aren't made for children, there is a lot of art, monuments, cities and landscapes. A sneak peek at the world. 'Hair. My hair - masses of it - is an expensive, time consuming nightmare. Cauchemar. Every three weeks colour. Every months straitening. Every week ironing.’

Some of the cards are made by hand and every stamp is picked with care, just like every written word has been carefully chosen. But it's not just the post cards that tell the story; just like every movie on DVD, it comes with extras.

The family turns itself inside out, like turning a piece of clothing and exposing all the seams, stitching and lining. What's this family doing to themselves? Each of three main characters shares stories throughout the book, there is a small photo album and there are the 'Conversations':

21 conversations they had, printed without any censorship. I imagine a shockingly honest AA-meeting and this time I get to participate from the sideline, I get to read whatever happens.

‘I don’t remember you and Dad at all before seven. Zilch (nothing). If we have 1200 postcards and some days there were three in one day, that’s a lot of years. And that’s being kind,’ the daughter says.

During ten years, 1136 cards were written. The daughter was left alone for about a third of the time. Jennifer kept all of the post cards: 205 flights, 268.162 miles in the car, two bull fights, one speeding ticket, 53 unpaid parking tickets, 13 cancelled flights, one bomb alert, 205 church visits, wars, inflating prices, births, funerals, holidays and so on.

Georgina remains mild and laconic about her childhood. At first the reader is confronted with a stinging kind of truth and the uncomfortable feeling that comes with it, but there's a sense of admiration at the same time. Georgina: ‘It’s been a much more honest family environment because you have never been dishonest with me. Dad doesn’t really say much so there’s no dishonesty there. [An ironic laugh] Yeah, I think a lot of families tried to hide things for so long – suddenly the truth comes out and all hell breaks loose. Our truth would come out and it would create very unpleasant moments, but it would only last a day or two days instead of three years because everything was hidden for so long. Life has been brutally honest from when I was young. That could have been good or bad but I think it’s turned out to be very good.’
 And there are those truths every parents tells their children now and then, knowing the child will forgot about them is as soon as he or she turns around the corner. Parents try to calm themselves.

Daughter Georgina says in 'Conversations': On the other side was the lesson of the day: don’t ever be dependant financially. Rely on yourself first. Don’t marry a man with crummy shoes. A woman must never seem in a hurry.’

Jennifer made the book for Georgina's 21st birthday, but also for herself, as a kind of reassurance and oath at the same time. The book is dedicated to the eight children that came from their earlier marriages. Every decision regarding the book is based on the number 3, the price is 999 € and it's printed in an edition of 999 copies.

The immaculate design is done by Irma Boom. And no matter what you may think as an outsider, Georgina speaks very lovingly when it comes to her parents. ‘Even though my mother was absent, she immortalized every day she was gone. She endowed me with her ability to observe, give detail and discover a good story, and gave me a love for history and perhaps unconsciously, for Russia.’
‘The book is yellow because it’s full of light and success!’ Jennifer says in an interview.

http://jamesjennifergeorgina.com