239 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

239 Things

Kunst ontstaat niet meer in de eenzaamheid van het atelier, maar vooral in dialoog met anderen, ook al zijn die misschien niet lijfelijk aanwezig. Narratieve en interactieve aspecten vormen een belangrijk onderdeel van het werk. Originaliteit en eeuwigheidswaarde, kenmerken van de modernistische kunst, doen er in de huidige tijd minder toe. Wel van belang blijft de, vermoedelijk, diepgewortelde behoefte aan onsterfelijkheid en voortdurende behoefte aan zelfbevestiging: ‘ik besta!’

De gemedialiseerde wereld en toegankelijkheid van de technische mogelijkheden heeft de kunst verder gedemocratiseerd. Ieder individu kan zich makkelijk uitdrukken en kenbaar maken. Op een vergelijkbare manier wisten de massa’s zich aan het begin van de vorige eeuw zichtbaar te maken door het gebruik van film en fotografie. Mensen willen sporen achterlaten, hoe triviaal ook. Die behoefte kan worden opgevat als het voortdurend herscheppen van de identiteit. Wat zij denken en doen, neemt een tijdelijke vorm aan in de voortdurende ontmoeting met de ander. Het is deze behoefte die voor jongeren van nu een eerste levensbehoefte is geworden. Internet en de mobiele telefoon zijn heel geschikt om als artistieke middelen ingezet te worden. Vooral dankzij de mobiele telefoon kunnen we tegelijkertijd in meer contexten bestaan of “De mobiele telefonie kan, vanuit de mediaspecifieke eigenschappen bezien, de typisch narratieve elementen aantasten, zoals eenheid van plaats (setting) en lineaire causaliteit in tijd (plot) alsmede het beeld van een consistent, bedachtzaam en autonoom karakter (uniciteit).” En “mensen worden vooral geboeid door ervaringen en niet-rationele, magische momenten die ze vaak moedwillig opzoeken.”1

Zij kunnen bij uitstek het eigen verhaal – narratief, auditief en visueel – in relatie brengen met dat van anderen over de hele wereld.

Kijkend naar de werkwijze van kunstenaars hoeft de uitwisseling van beelden en verhalen niet perse buiten de virtuele ruimte gestalte te krijgen in een krampachtige poging tot materialisatie. Het tijdelijke en onvolmaakte karakter van de resultaten is eigen aan het medium en de werkwijze. Het voorbijgaande en imperfecte in de kunst met de nadruk op wisselwerking en transitie, wordt gerepresenteerd door de Japanse term ‘wabi sabi’. Dit begrip drukt de relatie uit tussen schoonheid en vergankelijkheid. Leonard Koren beschrijft wabi sabi als “a beauty of things imperfect, impermanent, and incomplete.” De kunstenaar gebruikt in toenemende mate de vluchtige beelden die ons mondiaal via de media bereiken en verwijst hoe langer hoe meer naar een gemeenschappelijk referentiekader.

Het werk is geen afbeelding meer van de leefomgeving. De oorsprong en de aanleiding van het werk zelf ligt daarin of sterker nog: het maakt er deel van uit. Het krijgt een plaats op internet en in de omgeving, de samenleving en in het denken. En opnieuw gaat het kunstwerk niet over massacommunicatie of over interculturaliteit. Het draait om de articulatie, de confrontatie en om het bedenken van gedeelde verhalen zonder een vooropgezet einddoel. “De arena van uitwisseling”, zoals Bourriaud2 de hedendaagse kunst typeert, is een goede omschrijving van het virtuele platform van ontmoeting waar de kunstenaar deel van uitmaakt. Doordat kunstenaars een artistieke in plaats van een alledaagse vorm hanteren, wordt het alledaagse bijzonder en het bijzondere gewoon. Het spoor dat hun werk achterlaat of de herinnering daaraan is het bewijs dat ze in staat waren even deel uit te maken van een cultuur op een al dan niet virtuele plek op een bepaald moment.

    1Nieuwdorp, Eva (2005/6), Playful Identities. From Narrative to Ludic Self-construction.Voortgangsrapportage. Rotterdam: Erasmus Universiteit.
    2
    Bourriaud, Nicolas (ed) (2009). Tate Triennial. London: Tate Publishing.