241 Things

1000 Things is een subjectieve encyclopedie van inspirerende ideeën, dingen, personen en gebeurtenissen.

Lees de meest recente artikelen, of mail de om bij te dragen.

Studium Generale 1000things lectures, The Hague

241 Things

De taperecorder, foto en harddrive zijn typische metaforen waarmee we ons geheugen beschrijven. Apparaten voor directe herhaling; een foutloze kopie van een opgeslagen herinnering. Deze externe opslag kenmerkt de tijd waarin we nu leven. Niet alleen van persoonlijke herinneringen, maar vooral van informatie in het algemeen. Het World Wide Web is onze voornaamste bron van informatie geworden, onze moderne bibliotheek. Informatie is zo toegankelijk geworden dat we nu meer waarde hechten aan het onthouden van waar het te vinden is, dan aan het besteden van de nodige tijd om echt kennis van zaken te hebben.

Het cruciale verschil tussen het menselijk brein en het kunstmatige ‘brein’ dat we hebben genoemd is de betrouwbaarheid ervan. Ons eigen geheugen is helaas (?) niet zonder gebreken; meestal herinneren we ons slechts flarden, en het is aan ons om de rest van de informatie te reconstrueren. Onze geest neigt ernaar een algemeen idee van een situatie te vormen en niet per se aandacht te besteden aan details, daarbij onbewust de gaten opvullend met wat we van dat detail verwachten. Een harddrive daarentegen kan nog exact dezelfde informatie reproduceren als wanneer deze binnenkwam.

Hoewel deze mechanische precisie zo aantrekkelijk is, onze eigen geheugens hebben het misschien nog niet zo slecht – de exacte reproductie van haar bestanden vormt namelijk precies the ondergang van de machine. Alle informatie die wordt opgenomen door een harddrive krijgt dezelfde waarde. In andere woorden: deze komt binnen. Dat is alles. Het wacht er tot het weer wordt opgeroepen, precies zoals het was. Wat onze natuurlijke herinneringen zo sterk maakt is de hiërarchie die we eraan toeschrijven. Een zekere waarde wordt toegedicht aan iedere (natuurlijke) herinnering, afhankelijk van wat er gebeurt wanneer het zich nestelt in onze geest. Lang nadat we informatie ontvangen is het menselijk verstand nog bezig deze te verwerken en in verband te brengen met eerdere kennis. We zijn constant voor onszelf aan het recapituleren, en bovendien zijn we in staat om gedachten en ideeën in perspectief te plaatsen van andere, gerelateerde informatie. In zekere zin beoordelen we de informatie die we ontvangen; we zijn in staat om te beslissen wat voor soort informatie blijft hangen met onze keuze waar onze aandacht het meest naar uitgaat.

Sommigen zullen zeggen dat we ‘ruimte in onze geest moeten openlaten’ om na te denken – en bewust de taak van de herinnering over moeten laten aan externe hulpmiddelen – maar dit statement suggereert dat er een maximum capaciteit is voor ons langetermijngeheugen. In tegendeel, we hoeven geen ruimte te maken om onze gedachteprocessen verder te helpen. We kunnen een eindeloze hoeveelheid informatie opnemen en dus ons persoonlijk netwerk van herinneringen creëren. Een flinke basiskennis stelt ons in staat om zaken te overdenken, te evalueren en kritisch te zijn – hetgeen uiteindelijk resulteert in een verscherpte geest.

Het internet telt een immense hoeveelheid verbindingen. Het feit dat bijvoorbeeld Wikipedia een (hyper)link heeft naar zo ongeveer ieder concept dat de mensheid bekend is, betekent niet dat de machine zelf baanbrekende ontdekkingen kan doen op basis van alle ‘kennis’ die het bevat. Deze connecties zijn gemaakt door mensen en worden niet begrepen door de computer zelf. Dit gebrek aan begrip maakt dat de machine niet in staat is om zelf conclusies te trekken. Computers zijn vooral in staat om taken te volbrengen onder leiding van mensen, aangezien bijvoorbeeld webpagina’s ontworpen zijn om door mensen gelezen te worden, niet door machines.

Wanneer we het internet gebruiken als een vervanging van ons geheugen, verliezen we de sterke basis die we nodig hebben om steeds meer kennis te kunnen vergaren en offeren we de rijkdom aan connecties in onze geest op. Hoezeer we ook willen, we zullen nooit de ontelbare hoeveelheid connecties op het web de onze kunnen noemen. We lijken wel “hooghartig onder de indruk dat we wijs zijn”, aangezien we de basale inhoud om mee te werken niet bezitten en ons het vermogen tot reflectie en overdenking ontzeggen. Het internet blijft een hulpmiddel om dingen te onthouden en daarom kan informatie op zichzelf de vertaling naar kennis niet maken. We zouden verwachten van het informatie/kennistijdperk dat we meer weten, maar eigenlijk weten we des te minder.

Uittreksel van "Onderzoek naar het (Ruimtelijke) Geheugen vanuit het Perspectief van 'Grafisch Ontwerp'" met daarin stukken over ruimtelijke synesthesie, het belang van ruimtelijke orientatie en cartografie, onderliggende verbanden en structuren, grafisch ontwerp als een vehikel voor het oprakelen van herinneringen, etc.

Carr, N. The Shallows. New York, 2010

Clapman, M. History of Technology vol 3. from the Renaissance to the Industrial Revolution, c. 1500 - c.1750. London, 1957

Foer, J. Moonwalking with Einstein. New York, 2011

Lievers, M.Mens Machine. New York, 2008

Sagan, C. Carl Sagan’s Cosmos: Pt. 11 The Persistence of Memory, 1980